This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Leerdoelen
Rood/ Wit
Je herkent de plantencel onderdelen.
Je benoemt de hoofdgroepen van planten en hun kenmerken. Je benoemt welke hoofdgroepen het belangrijkst zijn voor de mens
Slide 1 - Slide
PLANTENRIJK
GROEPEN
Slide 2 - Slide
plantencel
dierencel
celmembraan
celmembraan
cytoplasma
cytoplasma
celkern
celkern
vacuole
bladgroenkorrel
celwand
Welke cel is de plantencel en welke de dierencel?
Oefen ook de onderdelen!!
Slide 3 - Slide
Plantaardige cel
een plantaardige cel heeft:
wel celmembraan
wel celkern
wel cytoplasma
wel celwand
wel vacuole
wel bladgroenkorrels
Slide 4 - Slide
Dierlijke cel
een dierlijke cel heeft:
wel celmembraan
wel celkern
wel cytoplasma
geen celwand
geen vacuole
geen bladgroenkorrels
Slide 5 - Slide
Celkern
Vacuole
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Celmembraan
Celwand
Slide 6 - Drag question
Groepen
Voortplanting
Overige kenmerken
Wieren
Sporen
Mossen
Sporen
Varens
Sporen
Zaadplant
Zaden
Geen wortels, stengels of bladeren
Mossen zijn klein en groeien dicht tegen elkaar aan. Dit doen ze om nat te blijven. Net als wieren houden mossen niet van droogte. Mossen kunnen namelijk met hun wortels geen water uit de grond opzuigen. Water nemen ze op met hun blaadjes.
Mossen hebben geen bloemen en zaden om zich voort te planten, maar sporen. Die zitten in sporendoosjes. De sporendoosjes zijn de bolletjes bovenop de gekke sprietjes uit het mos.
Varens planten zich net als mossen voort met sporen. Die zitten in sporenhoopjes onder het blad. Varens kunnen beter tegen de droogte dan mossen. Ook kunnen ze veel groter worden dan mossen. Dat komt doordat varens vaten hebben waar het water doorheen kan worden verplaatst naar waar het nodig is. Varens kunnen ook water opnemen uit de grond met hun wortels.
Alle planten die zich met zaden voortplanten, noemen we zaadplanten. Grassen, struiken, bomen; het zijn allemaal zaadplanten. Ze bloeien eerst en vormen daarna hun zaden in vruchten of in kegels. Over zaadplanten ga je in deze module het meest leren. Hieronder zie je een aantal zaden van zaadplanten. Mossen hebben geen bloemen en zaden om zich voort te planten, maar sporen. Die zitten in sporendoosjes. De sporendoosjes zijn de bolletjes bovenop de gekke sprietjes uit het mos.