Je kunt het verband benoemen tussen verbranding in je lichaam en lichamelijke inspanning.
• In je lichaam vindt verbranding plaats.
– Glucose is een belangrijke brandstof.
– Bij verbranding komt energie vrij. Bijv. beweging en warmte.
• Verbranding vindt plaats in elke cel.
– Verbranding vindt altijd plaats, dag en nacht.
• Bij meer lichamelijke inspanning is meer energie nodig.
– Er vindt meer verbranding plaats.
– Daarvoor is meer brandstof en meer zuurstof nodig.
– Er ontstaat meer koolstofdioxide.
• Bij meer lichamelijke inspanning:
– gaat de ademhaling sneller
– klopt het hart sneller en komt meer warmte vrij