Een paar mensen staan bij de bushalte te wachten. Plotseling krijgt een van hen een hartaanval. Een vrouw snelt toe om te reanimeren. Terwijl ze daarmee bezig is, roept ze tegen een man die staat te kijken: “Snel, pak een AED!” De man kijkt om zich heen, maar ziet alleen een AED in de etalage van de drogist. Hij rent de winkel in, pakt de AED uit de etalage en rent zonder te betalen weer naar buiten. Hij geeft de AED aan de reanimerende vrouw, die de hartpatiënt ermee weet te redden. Op welke strafuitsluitingsgrond kan de man zich beroepen als hij wordt aangeklaagd wegens diefstal?