4.1 Economische mondialisering

4.1 Economische mondialisering
H4 Een veranderende wereld

Arm & Rijk
1 / 37
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

4.1 Economische mondialisering
H4 Een veranderende wereld

Arm & Rijk

Slide 1 - Slide

Lesdoel
  • Wat zijn de gevolgen van globalisering voor verschillende gebieden en samenlevingen in de wereld?
  • Welke veranderingen zorgen voor een versnelling 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Globalisering
Economische globalisering
Culturele globalisering
Politieke globalisering

Uitwisseling van goederen, informatie, geld en mensen noem je 
Globalisering.

Slide 4 - Slide

Economische globalisering
Waardoor / voorbeelden?

Slide 5 - Slide

Economische globalisering
Gekenmerkt door:
  • groeiende internationale handel
  • groeiende buitenlandse investeringen
  • toegenomen betekenis multinationals (MNO)

Slide 6 - Slide

Economische globalisering
Oorzaken:
  • Liberalisering/deregulering van de wereldmarkt -> vrije handel (WTO) -> vrije markt economie
  • opkomst mno's (= multi nationale ondernemingen)

  •  Ondersteund door:
  • opkomst informatie- transsporttechnologie
  •  Beperken handelsbelemmeringen (EU, Sovjet Unie valt, China doet mee)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Tijd-Ruimte Compressie

Afname relatieve afstanden
door daling van reis- en vervoerstijden en -kosten

Tijd en ruimte worden in elkaar gedrukt. 

Slide 9 - Slide

Noem een voordeel en een nadeel van economische globalisering

Slide 10 - Open question

Economische globalisering

Voordeel:
  • vrijhandel
  • goedkopere producten
  • werkgelegenheid in minder ontwikkelde landen

Nadeel:
  • verdwijnen werkgelegenheid uit ontwikkelde landen
  • MNO's hebben veel macht
  • Meer transport, aantasting milieu
  • grotere kloof arm en rijk

Slide 11 - Slide

Economische globalisering
  • Nieuwe internationale arbeidsverdeling: ontwikkeling semiperifere landen
-> door uitschuiving productie
  • Verschuiving economisch zwaartepunt (global shift)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Welk begrip past het best bij de afbeelding?

Transport en informatietechnologie zijn ...
A
Sneller
B
Goedkoper
C
Groter
D
Overal

Slide 14 - Quiz

Welk begrip past het best bij de afbeelding?

Transport en informatietechnologie zijn ...
A
Sneller
B
Goedkoper
C
Groter
D
Overal

Slide 15 - Quiz

Welk begrip past het best bij de afbeelding?

Transport en informatietechnologie zijn ...
A
Sneller
B
Goedkoper
C
Groter
D
Overal

Slide 16 - Quiz

Definities
Transporttechnologie: alle technologie rondom het vervoer van grondstoffen, goederen en mensen
Informatie- en communicatietechnologie: technologie rondom de uitwisseling van informatie

Globalisering is de toenemende uitwisseling van grondstoffen, goederen, mensen en informatie. Dus onmogelijk zonder deze technologiën. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

TRIADE

Slide 19 - Slide

GLOBAL SHIFT

Slide 20 - Slide

Door de globalisering is de internationale handel toegenomen.

Dit is een voorbeeld van:
A
Sociale globalisering
B
Culturele globalisering
C
Economische globalisering
D
Politieke globalisering

Slide 21 - Quiz

De EU-landen zijn bij elkaar gekomen om te overleggen over klimaatveranderingen.
Hier is vooral sprake van:
A
Sociale globalisering
B
Culturele globalisering
C
Economische globalisering
D
Politieke globalisering

Slide 22 - Quiz

Welk begrip past het best bij de afbeelding?

Transport en informatietechnologie zijn ...
A
Sneller
B
Goedkoper
C
Groter
D
Overal

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Welke uitspraak(en) is/zijn juist?
A
Global Shift is zichtbaar
B
Triade beheerst de wereldhandel
C
Goederenproductie is groter in Europa dan in de VS
D
Afrika hoort tot de slow world

Slide 25 - Quiz

Noem een cultureel en economisch voordeel van India als het gaat om het aantrekken van mno's.

Slide 26 - Open question

De laatste decennia zijn er steeds meer kapitaalstromen tussen (semi)-perifere landen. Dit noem je
A
noord-zuid investeringen
B
zuid-zuid investeringen
C
Oost-zuid investeringen
D
West-zuid investeringen

Slide 27 - Quiz

Is de volgende stelling juist of onjuist:

Globalisering = Mondialisering
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

Migratie
te bekijken vanuit drie dimensies:
  1. economisch (arbeidsmigrant)
  2. politiek (vluchteling, ontheemden)
  3. fysisch (klimaatvluchteling)

Welke push- en pullfactoren spelen bij de verschillende dimensies? 

Slide 29 - Slide


Wikipedia is een mooi voorbeeld van globalisering op het gebied van:
A
Gevoelsbindingen
B
Kennisbindingen
C
Economische bindingen
D
Politieke bindingen

Slide 30 - Quiz

Migratie

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Migratiestromen
  • Zuid-Zuid: van ene ontwikkelingsland naar andere ontwikkelingsland. Snelst stijgende en grootste groep.
  • Zuid-Noord: van ontwikkelingsland naar rijk land.
  • Noord-Zuid: van rijk land naar ontwikkelingsland, bij tekort aan werk. 
  • Noord-Noord: van ene rijke land naar andere rijke land, grensgebieden. 

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

De Indiase diaspora
"Het woord diaspora (naar Oud-Grieks διασπορά; verstrooiing, uitzaaiing) betekent grootschalige verspreiding van een volk over verschillende delen van de wereld." (Wikipedia, n.d.)

Slide 36 - Slide

Indiase migratie
Braindrain: Noord-Amerika, Groot-Brittannië en Europa
Laagopgeleide Indiërs: Midden-Oosten

Groot transnationaal netwerk: banden met thuisland blijven
-> Zichtbaar in geldzendingen

Braingain: terugkomst hoogopgeleide migranten, kennis

Slide 37 - Slide