H2: Cours 2 (écouter/lire)

Bonjour !
- Prends ton livre ABC Delf, ton cahier, ton reader et ton Plenda.

- Ouvre le livre ABC Delf sur la page 16.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bonjour !
- Prends ton livre ABC Delf, ton cahier, ton reader et ton Plenda.

- Ouvre le livre ABC Delf sur la page 16.

Slide 1 - Slide

Programme
- But : Tu comprends les instructions à l'écrit et à l'oral.

- Devoirs
- Écouter : exercices 1-4
- Lire : exercices 1-6
- Check

Slide 2 - Slide

Devoirs
- Autoévaluation : exercices 1 et 2, page 11.

Laat je huiswerk zien.

Slide 3 - Slide

Devoirs : Weekplanning
Compréhension orale (luisteren)
Maken: Exercices 1 t/m 4 blz 16 en 17 Delf
Leren: reader blz 21t/m 25, blz 32, 33, 42, 44

Compréhension écrite (lezen)
Maken: 3 t/m 6 blz 52 – 55 Delf
Maken: vocabulaire personnel.  

Production orale (spreken)
Herhalen indien nodig: blz 128 DELF III , II
Maken: exercice 1 blz 129 Delf
Grammatica: prendre, aller, être, faire, avoir 

Slide 4 - Slide

Écouter (Luisteren)
Répétition :

1. Les nombres 1-100
2. La famille
3. Les activités

Slide 5 - Slide

1. Les nombres 1-100
1. Laat je reader nog even dicht: wat zijn de getallen 1 t/m 20 in het Frans?

2. Bekijk nu pagina 9 van je reader: weet je hoe je de getallen 23, 45 en 98 kan maken in het Frans?
(TIP: kijk eens naar de getallen 17, 18 en 19!)
timer
1:00

Slide 6 - Slide

1. Les nombres 1-100
1. wat zijn de getallen 1 t/m 20 in het Frans?
Un, deux, trois, quatre, cinq, six, sept, huit, neuf, dix, onze, douze, treize, quatorze, quinze, seize, dix-sept, dix-huist, dix-neuf, vingt

2. weet je hoe je de getallen 23, 45 en 98 kan maken in het Frans?
vingt-trois, quarante-cinq & quatre-vingt-dix-huit

Slide 7 - Slide

2. La famille & 3. Les activités
Gebruik je reader: vertaal de woorden naar het Nederlands.
  1. Le frère
  2. Le cousin
  3. La soeur
  4. Faire les magasins
  5. La guitare
  6. Prendre le goûter
timer
1:00

Slide 8 - Slide

2. La famille & 3. Les activités
Gebruik je reader: vertaal de woorden naar het Nederlands.
  1. Le frère  - De broer
  2. Le cousin - De neef
  3. La soeur - De zus
  4. Faire les magasins - Winkelen
  5. La guitare - De gitaar
  6. Prendre le goûter - Lunchen

Slide 9 - Slide

Écouter (luisteren)
Enkele tips:
  1. De vragen staan op chronologische volgorde!
  2. Telefoonnummers worden altijd in dubbele getallen genoemd, bijvoorbeeld "vingt-trois", "trente-sept"
  3. Soms hoor je meerdere tijden in een fragment. Let dus goed op dat je de juiste tijd noteert/omcirkelt!

Slide 10 - Slide

Au travail !
Quoi?
1. Exercices 1, 2, 3, 4
(pages 16-17)
2. We luisteren elk fragment 2 keer.
Avec qui?
Solo
Besoin d'aide?
- Let op vraagwoorden
- We bespreken na het luisteren.
Temps?

Pourquoi?
Je begrijpt een voor jou bedoelde boodschap.
Fini?
- We kijken direct na.
timer
1:00

Slide 11 - Slide

Lire (lezen)
Enkele tips:
  1. Ook leesvragen staan op chronologische volgorde.
  2. Vaak is vragen beantwoorden een kwestie van opzoeken in de tekst (bijvoorbeeld een tijd of dag).
  3. Soms moet je ook logisch nadenken om het antwoord te vinden, bijvoorbeeld: wat doe je zelf met een telefoon bij een toets?

Slide 12 - Slide

Au travail !
Quoi?
1. Exercices 1+2 (pages 50-51) als je lezen moeilijk vindt.
2. Exercices 3 t/m 6 (pages 52-55) voor iedereen.
Avec qui?
Duos
Besoin d'aide?
- Let op vraagwoorden
- Gebruik je reader
Temps?
Pourquoi?
Je begrijpt korte geschreven instructies.
Fini?
- Apprendre: pages 21 t/m 25, blz 32, 33, 42, 44 in je reader.
- Maak een liste de voca personnel (min. 10 woorden!)
timer
1:00

Slide 13 - Slide

Programme
- But : Tu comprends les instructions à l'écrit et à l'oral.



- Devoirs - ✓
- Écouter : exercices 1-4 - ✓
- Lire : exercices 1-6 - ✓
Check
1. Wat ging goed vandaag? (bijv. luisteren, lezen, voca)

2. Wat moet je nog beter oefenen?

3. Wat kan je doen om het beter te oefenen?

Slide 14 - Slide

Le prochain cours...
...Verbes + Parler.

Devoirs :
1. Maak de leesopdrachten (3 t/m 6, pages 50-55) af;
2. Leer blz 21 t/m 25, blz 32, 33, 42, 44 in je reader;
3. Maak een liste de vocabulaire personnelle (minstens 10 woorden + vertaling uit opdrachten/leerwerk!).

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide