What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Les 1 week 46 Meervoud zelfstandige naamwoorden
Les 1
Les Nederlands
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
90 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Les 1
Les Nederlands
Slide 1 - Slide
Meervoud zelfstandige naamwoorden
Slide 2 - Slide
Wat weet je allemaal nog over zelfstandige naamwoorden?
Slide 3 - Open question
Zelfstandig naamwoord
Mens, dieren en planten
Dingen die je kan zien (stoel, deur, zon, auto)
Dingen die je
niet
kan zien (geloof, hoop, liefde)
Je kan er 'de, 'het' of 'een' voor zetten
Je kan er een verkleinwoord of meervoud van maken
(hek - hekje- hekken)
Eigen namen (Johan, Utrecht, december, Noordzee)
Slide 4 - Slide
Meervoud zelfstandig naamwoord (ZNW)
Meestal plak je een +s of +en achter het woord.
een lepel - twee lepel
s
een bord - twee bord
en
Slide 5 - Slide
Meervoud zelfstandig naamwoord (ZNW)
Meestal plak je een +s of +en achter het woord.
Maar let wel op
Soms moet je een klinker (a-e-i-o-u) weghalen.
een noot - twee n
o
ten
Soms moet je er een medeklinker bij zetten.
een mes - twee me
ss
en
Slide 6 - Slide
Wat is het meervoud van:
raam
Slide 7 - Open question
Wat is het meervoud van:
handdoek
Slide 8 - Open question
Wat is het meervoud van:
druppel
Slide 9 - Open question
Meervoud zelfstandig naamwoord (ZNW)
Woorden die eindigen op a - i - o - u - y krijgen +'s
opa - opa's
ski - ski's
accu - accu's
hobby - hobby's
Slide 10 - Slide
Wat is het meervoud van:
paraplu
Slide 11 - Open question
Wat is het meervoud van:
baby
Slide 12 - Open question
Meervoud zelfstandig naamwoord (ZNW)
Woorden die eindigen op ee krijgen +ën
ree - reeën
idee - ideeën
traptree - traptreeën
Slide 13 - Slide
Meervoud zelfstandig naamwoord (ZNW)
Een woord dat eindigt op een s, krijgt meestal een z .
huis - huizen
kies - kiezen
haas - hazen
Slide 14 - Slide
Meervoud zelfstandig naamwoord (ZNW)
Een woord dat eindigt op een f, krijgt meestal een v .
slaaf - slaven
staaf - staven
erf - erven
Slide 15 - Slide
Meervoud zelfstandig naamwoord (ZNW)
Sommige krijgen +eren
kind - kinderen
rund - runderen
ei - eieren
blad -bladeren
Slide 16 - Slide
Alles door elkaar oefenen
Slide 17 - Slide
Wat is het meervoud van:
raaf
Slide 18 - Open question
Wat is het meervoud van:
zus
Slide 19 - Open question
Wat is het meervoud van:
relatie
Slide 20 - Open question
Wat is het meervoud van:
apparaat
Slide 21 - Open question
Wat is het meervoud van:
ritueel
Slide 22 - Open question
Wat is het meervoud van:
kalf
Slide 23 - Open question
More lessons like this
Meervoud zelfstandignaamwoord
November 2022
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Meervoud zelfstandige naamwoorden
March 2022
- Lesson with
39 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Meervoud zelfstandige naamwoorden
September 2024
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
K4 - maandag 23-9 (meervoud zn)
September 2024
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 4
Les 1 week 46 Nederlands
November 2021
- Lesson with
36 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
H631 2.8 spelling
November 2021
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
Ma 28 februari Meervoud van zelfstandige naamwoorden
February 2022
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
bk 27 mei Meervoud zelfstandige naamwoorden
April 2022
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1