230110 grammatica zinsdelen §2 - zinsdelen

1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leg je deze materialen op tafel?

Een pen
Nederlands lesboek
Een schrift
IPad

Slide 2 - Slide

Waar werken we naartoe?
23 januari start toetsweek

Grammatica §2, 4, 6 en 8
Grammatica havo §9 en 11

Slide 3 - Slide

Programma vandaag

- Herhalen grammatica §2, 4 en 6
- Huiswerk nakijken
- Extra uitleg: hoe weet ik welke woorden bij elkaar horen?
- 3 vlogs bekijken en beoordelen
- werkblad oefenen (huiswerk)


Slide 4 - Slide

Leerdoelen
Deze leerdoelen ken ik al:
  • Ik kan de persoonsvorm in eenvoudige zinnen vinden.
  • Ik kan het werkwoordelijk gezegde in een zin vinden.
  • Ik kan het onderwerp van een zin vinden.

Dit leer ik vandaag:
  • Ik kan zinnen in zinsdelen verdelen.

Slide 5 - Slide

Stap 1: de persoonsvorm (pv)
  1. Wat voor woordsoort is de persoonsvorm? (lidwoord, zn, ww, bn)


  2.  Op welke drie manieren kan ik de pv vinden?


  3. Waarom is de pv zo bijzonder?

Slide 6 - Slide

Een voorbeeld
De man heeft een ijsje gegeten.

De kast heeft jaren in het lokaal gestaan.

De beren hebben ontzettende honger na hun winterslaap.

Slide 7 - Slide

Wat is de pv:
Gisteren zijn wij naar de kapper geweest.
A
Gisteren
B
zijn
C
wij
D
geweest

Slide 8 - Quiz

Wat is de pv:
Ik zou liever een knuffel willen.
A
Ik
B
zou
C
liever
D
willen

Slide 9 - Quiz

Wat is de pv?
Aan het eind van de dag zijn wij allemaal moe.
A
aan het eind van de dag
B
zijn
C
wij
D
moe

Slide 10 - Quiz

Stap 2: werkwoordelijk gezegde (wg)
  1. Wat hoort bij het wg?
  2. Er zijn nog twee bijzonderheden. Wat hoort er ook bij?


  • De man heeft een ijsje gegeten.
  • De man was een ijsje aan het eten.
  • Ik stond op jou te wachten. 

Slide 11 - Slide

Wat is het wg:
Gisteren zijn wij naar de kapper geweest.
A
zijn
B
zijn geweest
C
geweest
D
zijn wij naar de kapper geweest

Slide 12 - Quiz

Wat is het wg:
Ik zou liever een knuffel willen.
A
zou
B
willen
C
zou willen
D
zou liever een knuffel willen

Slide 13 - Quiz

Wat is het wg:
Mijn broer begon alvast te fietsen.
A
begon
B
begon fietsen
C
begon te fietsen
D
begon alvast te fietsen

Slide 14 - Quiz

Stap 3: onderwerp (ow)
Het onderwerp van de zin is één zinsdeel. Het geeft (vaak) aan wie/wat iets doet in de zin. (Ow begint nooit met een voorzetsel)

Zo vind je het onderwerp:
1. Zoek de persoonsvorm.
2. Stel de vraag: wie/wat + persoonsvorm?
3. Het antwoord is het onderwerp van de zin. 

Slide 15 - Slide

Wat is het ow:
Gisteren zijn wij naar de kapper geweest.
A
gisteren
B
wij
C
de kapper
D
naar de kapper

Slide 16 - Quiz

Wat is het ow:
Ik zou liever een knuffel willen.
A
ik
B
liever
C
een knuffel
D
een knuffel willen

Slide 17 - Quiz

Wat is het ow:
Mijn broer begon alvast te fietsen.
A
broer
B
mijn broer
C
alvast
D
begon

Slide 18 - Quiz

Huiswerk bespreken
Opdracht:
Grammatica §4 (blz. 206) : opdracht 2, 3
Grammatica §6 (blz. 208): opdracht 1, 2, 5



Slide 19 - Slide

Grammatica § 4 (blz. 206)

Slide 20 - Slide

Grammatica § 6 (blz. 208)

Slide 21 - Slide

Grammatica § 6 (blz. 208)

Slide 22 - Slide

Pauze
timer
4:00

Slide 23 - Slide

Programma vandaag

- Herhalen grammatica §2, 4 en 6
- Huiswerk nakijken
- Extra uitleg: hoe weet ik welke woorden bij elkaar horen?
- 3 vlogs bekijken en beoordelen
- werkblad oefenen (huiswerk)


Slide 24 - Slide

Uitleg zinsdelen
Een zin kan je opdelen in delen. 

  1. Vind de persoonsvorm. Probeer uit welke woorden je voor de persoonsvorm kan zetten. Klopt de zin dan nog steeds? Dan horen die woorden bij elkaar.

Lola eet een ijsje.


Slide 25 - Slide

Vind de zinsdelen
  1. Gisteren ben ik met mijn moeder naar de winkel geweest.


timer
2:00

Slide 26 - Slide

Oefenen grammatica §2, 4 en 6
Opdracht:
Grammatica §2(blz. 202) : opdracht 3.1, 3.2, 4 en 5


Hoe: Je maakt het alleen
Wat: Een pen en je schrift.
Klaar: Kijk je antwoorden na met het antwoordenboekje.
Meld je daarna even bij mij.

timer
10:00

Slide 27 - Slide

Programma vandaag

- Herhalen grammatica §2, 4 en 6
- Huiswerk nakijken
- Extra uitleg: hoe weet ik welke woorden bij elkaar horen?
- 3 vlogs bekijken en beoordelen
- werkblad oefenen (huiswerk)


Slide 28 - Slide

Vlogs bekijken
Opdracht:
We bekijken met elkaar de vlogs.
Je kiest één onderdeel van punt 3 t/m 10.
Na afloop geef je een top en een tip.

Hoe: We doen het klassikaal
Wat: Een beoordelingsformulier (in Magister)


Slide 29 - Slide

Vlogs bekijken
Benjamin
Daanish
Danny




Slide 30 - Slide

Oefenen grammatica §2, 4 en 6
Opdracht:
Maak het werkblad. 
Zet strepen tussen de zinsdelen en benoem de zinsdelen die je al kent.

Hoe: Je maakt het alleen.
Wat: Een pen en je schrift.


Slide 31 - Slide