Quiz 'doelgericht communiceren'

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Quiz 'doelgericht communiceren'

Je communiceert doelgericht wanneer je boodschap overkomt zoals jij ze bedoeld hebt.

1. Waar
2. Niet waar

Je non-verbale communicatie speelt geen rol bij een doelgerichte communicatie.

1. Waar
2. Niet waar

Bij een mondelinge communicatie is 75% verbaal. Wat je zegt is dus erg belangrijk. Lichaamstaal is van minder belang.

1. Waar
2. Niet waar

Geef een voorbeeld van een informatieve tekst:

1. een mopje
2. een handleiding
3. een krantenartikel
4. Het antwoord is niet gegeven.

Een persuasieve tekst probeert iemand te overtuigen of te beïnvloeden.

1. Waar
2. Niet waar

In een opiniërende tekst probeert iemand zijn of haar mening duidelijk te maken.

1. Waar
2. Niet waar

Een doktersvoorschrift is een voorbeeld van een prescriptieve tekst.

1. Waar
2. Niet waar

Geef een goed voorbeeld van een prescriptieve tekst:

1. handleiding van een spelkoffer
2. een sprookje
3. een betoog
4. een pleidooi

Een goed voorbeeld van een narratieve tekst is:

1. een sprookje
2. een fiche over drugs
3. een speldoos
4. Het antwoord is niet gegeven.

Onze leerkracht Nederlands zat ooit eens in de gevangenis.

1. Waar
2. Niet waar

Op basis van het tekstdoel kun je de tekstsoort benoemen.

1. Waar
2. Niet waar

Een goed voorbeeld van een informatieve tekst is:

1. een weerbericht
2. een opinietekst

Om zijn hoofddoel te bereiken, werkt de zender meestal ook aan nevendoelen.

1. Waar
2. Niet waar

Onze leerkracht Nederlands heeft ook voor dokter gestudeerd.

1. Waar
2. Niet waar

1. Voorbeeld van een informatieve tekst
2. Voorbeeld van een voorschrift
3. Voorbeeld van een opiniërende tekst
4. Voorbeeld van een narratieve tekst

1. Voorbeeld van een persuasieve tekst
2. Voorbeeld van een narratieve tekst
3. Voorbeeld van een opiniërende tekst
4. Het antwoord is niet gegeven.

In een argumentatieve tekst probeert de zender een mooi verhaaltje te brengen.

1. Waar
2. Niet waar