strafuitsluitingsgrond = art 1:114
rechtvaardigingsgrond = art 1:115
schulduitsluitingsgrond =beide samen
B
rechtvaardigingsgrond = art 1:114
schulduitsluitingsgrond = art 1:115
strafuitsluitingsgrond = beide samen
C
schulduitsluitingsgrond = art 1:114
rechtvaardigingsgrond = art 1:115
strafuitsluitingsgrond = beide samen
D
schulduitsluitingsgrond = art 1:114
strafuitsluitingsgrond = art 1:115
rechtvaardigingsgrond = beide samen
1 / 30
next
Slide 1: Quiz
rechtenWOStudiejaar 2
This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
Wat is wat?
A
strafuitsluitingsgrond = art 1:114
rechtvaardigingsgrond = art 1:115
schulduitsluitingsgrond =beide samen
B
rechtvaardigingsgrond = art 1:114
schulduitsluitingsgrond = art 1:115
strafuitsluitingsgrond = beide samen
C
schulduitsluitingsgrond = art 1:114
rechtvaardigingsgrond = art 1:115
strafuitsluitingsgrond = beide samen
D
schulduitsluitingsgrond = art 1:114
strafuitsluitingsgrond = art 1:115
rechtvaardigingsgrond = beide samen
Slide 1 - Quiz
Noem de vijf gradaties van (on)toerekenbaar.
Slide 2 - Open question
Flipje heeft een borderline stoornis en psychotische aanvallen. Hij woont onder begeleiding en zolang hij geen psychotische aanvallen krijgt gaat het redelijk goed. Op een dag krijgt hij een psychotische aanval. In zijn aanval vermoord hij zijn begeleider. Als Flipje bijkomt van zijn aanval is hij ontzettend geschrokken. Hij wilde zijn begeleider absoluut niet vermoorden. De advocaat van Flipje doet een beroep op ontoerekenbaarheid. U bent de rechter, beantwoord de drie deelvragen en geef uw oordeel.
Slide 3 - Open question
Kan opzet worden aangenomen (bij doleuze delicten) terwijl bij de schuldvraag de verdachte ontoerekenbaar wordt verklaard?
Slide 4 - Open question
Wat is mogelijk als einduitspraak bij een geslaagd beroep op volledige ontoerekenbaarheid?
A
OVAR + TBS -maatregel
B
Vrijspraak + TBS-maatregel
C
TBS-maatregel kan altijd
D
Men kan geen TBS-maatregel opleggen, alleen bij verminderd ontoerekenbaar
Slide 5 - Quiz
Welke drie soorten van overmacht kennen wij? Benoem de artikelen uit het Curaçaose strafrecht.
Slide 6 - Open question
Noem de 4 aspecten van psychische overmacht.
Slide 7 - Open question
stelling: In geval van dolus/culpa in causa kan dit op zichzelf een succesvol beroep op psychische overmacht in de weg staan.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Noem de drie aspecten van noodtoestand + het bijbehorende arrest.
Slide 9 - Open question
Waarom moet het gaan bij noodweer? Noem de 4 vereisten. Tip: gebruik je jurisprudentie
Slide 10 - Open question
Bij noodweer moet de aanranding wederrechtelijk zijn. Noem twee voorbeelden waarbij de aanranding niet wederrechtelijk is.
Slide 11 - Open question
Harry loopt met zijn Duitse herder genaamd Samantha over straat. Piet wil Harry overvallen en zet een pistool tegen Harry zijn hoofd. Hij dreigt dat hij Harry zal doodschieten als Harry niet onmiddellijk zijn portemonnee aan Piet geeft. Zonder dat Harry iets heeft gezegd begint Samantha woest in Piet zijn billen en benen te bijten. Piet doet aangifte bij de politie het OM legt Harry zware mishandeling ten laste. Harry beroept zich op noodweer. Wat denkt u dat de uitkomst zal zijn?
Slide 12 - Open question
Wat nou als Harry de opdracht geeft aan Samantha om te bijten?
Slide 13 - Open question
art 1:114 lid 2 Sr huisvredebreuk. Wat is het verschil met de vereisten van normale noodweer?
A
men hoeft niet proportioneel te handelen .
B
De subsidiariteit wordt verondersteld aanwezig te zijn.
Slide 14 - Quiz
Wat is het verschil tussen noodweer en noodweer-exces? Probeer het in één zin uit te leggen.
Slide 15 - Open question
Noem de 4 vereisten van noodweer-exces (tip gebruik jurisprudentie).
Slide 16 - Open question
Leg het verschil uit tussen intensief en extensief noodweerexces
Slide 17 - Open question
Leg aan de hand van jurisprudentie uit hoe dolus/culpa in causa een geslaagd beroep op noodweer(-exces) in de weg kan staan.
Slide 18 - Open question
Leg uit wat putatief noodweer(-exces) is en in welk artikel je het terug kan vinden.
Slide 19 - Open question
Leg uit wat een poging (art 1:119 Sr) inhoudt voor zowel formeel omschreven delicten als materieel omschreven delicten.
Slide 20 - Open question
wanneer is een poging strafbaar?
Slide 21 - Open question
Stelling: wanneer men spreekt van een voltooide poging bedoelt men dat de dader alles heeft gedaan in zijn vermogen om de daad te begaan, maar hij heeft het gewenste resultaat niet bereikt. Men noemt dit ook wel een delit manqué.
A
juist
B
onjuist
Slide 22 - Quiz
Beredeneer waarom poging van een culpoos delict wel of niet mogelijk is.
Slide 23 - Open question
Stelling: Nu hebben we de extreem objectieve leer zoals uitgelegd in het Cito-arrest van de HR.
A
juist
B
onjuist
Slide 24 - Quiz
Jan wil zijn vrouw vermoorden. Hij heeft alles voorbereid. Hij heeft een wapen gekocht en die ook op zak. Hij heeft besloten dat hij zijn plan op vrijdag zal uitvoeren als zijn vrouw thuis komt. Echter verongelukt zijn vrouw op vrijdag onderweg naar huis, ze is op slag dood. Om welke vorm van poging gaat het hier?
A
absoluut ondeugdelijke middel
B
relatief ondeugdelijke middel
C
absoluut ondeugdelijk object
D
relatief ondeugdelijk object
Slide 25 - Quiz
Aan welk arrest doet het vorige verhaaltje je denken?
A
Canopus-arrest
B
Gijzeling wethouder-arrest
C
Kopje-onder-arrest
D
Remkabel-arrest
Slide 26 - Quiz
stelling: deelneming aan poging is nooit strafbaar, want de poging moet zijn gekoppeld aan een gronddelict.
A
juist
B
onjuist
Slide 27 - Quiz
Vrijwillige terugtred Wat is een cactus contrarius? Noem een arrest waarin dit wel werd toegekend en een arrest waarin het niet werd toegekend.
Slide 28 - Open question
voorbereiding. wat is van belang voor de tll van voorbereiding?
Slide 29 - Open question
Wat bepaalde de HR in het Samir A-arrest wat van belang is voor voorbereiding?