2.2 Periodiek Systeem

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

§2.2 Periodiek Systeem

pagina 46

Is dit macro- of microniveau?
Het suiker in de verpakking
heeft een poedervorm

1. Waarneming op macroniveau
2. Waarneming op microniveau

Is dit macro- of microniveau?
Bij verbranding reageren
de brandstofmoleculen met
zuurstofmoleculen uit de lucht.

1. Waarneming op macroniveau
2. Waarneming op microniveau

Is dit macro- of microniveau?
Bij een gaslek verdeelt de
gelekte gasmoleculen zich over de hele ruimte

1. Waarneming op macroniveau
2. Waarneming op microniveau

Wat is hier op microniveau uitgebeeld?

1. Zuivere stof
2. Mengsel

Wat is hier op microniveau uitgebeeld?

1. Zuivere stof
2. Mengsel

Wat is hier op
microniveau uitgebeeld?

1. Oplossing
2. Suspensie
3. Emulsie
4. Emulgator

Wat is hier op
microniveau
uitgebeeld?

1. Oplossing
2. Suspensie
3. Emulsie
4. Emulgator

Kunnen we dit
microniveau
noemen?

1. Ja
2. Nee

Aan het einde van de les kun je...

• Beschrijven uit welke atomen een molecuul bestaat;
  
• De belangrijkste atoomsoorten en hun symbolen opnoemen;
  
• De bouw van het periodiek systeem beschrijven;
  
• Beschrijven dat metalen niet uit moleculen maar alleen uit atomen bestaan;
  

Stoffen, moleculen en atomen

• Met atomen kun je moleculen bouwen
  

• Atomen zijn de bouwstenen voor moleculen
  

• Eén bolletje is een atoom

• Meerdere bolletjes samen vormen een molecuul

niet -ontleedbare stof

Ontleedbare stof

Stoffen, moleculen en atomen

Molecuultekeningen

Ball-stick

Space-filling

Periodiek systeem

• Dimitri Mendelejev rangschikte in 1869 de elementen naar atoommassa
  
• Ook voorspelde hij het bestaan van toen nog onbekende atoomsoorten
  
• De atomen in het periodiek systeem zijn zo ingedeeld dat de massa oploopt 
  

 Periodiek Systeem

Elementen hebben Elementsymbolen

• Eerste letter = altijd een hoofdletter
• Tweede letter = altijd een kleine letter
• Deze moet je beide kanten op kennen!

Deze moet je kennen

Indeling Periodiek Systeem

Grofweg kun je de atoomsoorten

in metalen en niet-metalen

     Metalen

Metalen geleiden stroom, warmte 

en hebben een metaalglans.

Een molecuul dat bestaat uit 2 atoomsoorten heet:

1. een verbinding
2. een element
3. een atomius
4. een moleculos

Welke atoomsoort is geen metaal?

1. Calcium
2. Magnesium
3. Natrium
4. Neon

Welke bewering is niet juist?

1. Alle metalen hebben hebben een metaalglans
2. Alle metalen geleiden stroom
3. Alle metalen reageren met zuurstof en water
4. Alle metalen geleiden warmte

Hoeveel atoomsoorten zijn er?

1. 18
2. 100
3. 188
4. 118

Indeling Periodiek Systeem

• Een kolom wordt een groep genoemd
  
• De rijen heten perioden
  

Indeling Periodiek Systeem

• De atoomsoorten in één groep hebben dezelfde chemische eigenschappen
• De hevigheid van de reactie van de reactie loopt ook op
  

Indeling Periodiek Systeem

Sommige groepen hebben
een naam:

• Groep 1 = alkalimetalen 
  
• Groep 2 = aardalkalimetalen
  
• Groep 17 = halogenen
  
• Groep 18 = edelgassen
  

De namen van deze groepen moet je kennen

Edelgassen

• Groep 18 van het periodiek systeem
• Reageren met niets

Halogenen

• Groep 17 van het periodiek systeem
• (Zijn hoog reactief)

Aardalklimetalen

• Groep 2 van het periodiek systeem
• Zijn ook hoog reactief, maar reageren minder fel dan de atomen in groep 1  

Alkalimetalen

• Groep 1 van het periodiek systeem
• Reageren heftig met water 

0

Hoe heet groep 17 in het periodiek systeem?

1. Alkalimetalen
2. Aardalkalimetalen
3. Halogenen
4. Edelgassen

Hoe heet een kolom in het periodiek systeem?

1. Groep
2. Rij
3. Periode
4. Deel

Hoeveel groepen zijn er in het periodiek systeem?

1. 18
2. 100
3. 188
4. 118

Metalen en moleculen

• Metalen vormen geen verbinding maar bestaan uit een  metaalrooster 
  

Metalen en moleculen

• Metalen vormen dus geen verbindingen met elkaar
  
• Een mengsel van metalen zijn legeringen
• Moleculen worden wel aan elkaar gekoppeld tot een verbinding

Aan het einde van de les kun je...

• Beschrijven dat moleculen uit atomen bestaan;
  
• De belangrijkste atoomsoorten en hun symbolen opnoemen;
  
• De bouw van het periodiek systeem beschrijven;
  
• Beschrijven dat metalen niet uit moleculen maar alleen uit atomen bestaan;
  

Opdrachten

• Eerste 5 minuten in stilte aan:
  
• Opdracht 17, 25 en 29
• Rest van de opdrachten mag je zachtjes overleggen
  

• Denk ook aan het nakijken!

De atoomsoorten F, Cl, Br en I behoren tot de

1. alkalimetalen
2. aardalkalimetalen
3. halogenen
4. edelgassen