Liveles 3M week 23

1 / 30
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Goals this week
Aan het einde van de week ...
...heb je kennis gemaakt met de Passive
... kun je een nette mail schrijven volgens de regels
...weet je wat de planning is deze laatste weken
...heb je een beeld van jouw presteren in unit 1
...ben je voorbereid op de toets van unit 3

Slide 2 - Slide

Goals today
Aan het einde van de les ...
...weet je wat de planning is de komende weken
...heb je een beeld van jouw eigen presteren in unit 1
...ben je voorbereid op de toets van unit 3

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Test unit 1

Slide 5 - Slide

Grammar: Test unit 1
  • Past Simple (next week)
  • Present Perfect (in 2 weeks)
  • Some/any
  • Little/few (week 28)
  • Question tags (now!)

Slide 6 - Slide

Vul de juiste question tag in:
You are a student, ................

Slide 7 - Open question

Vul de juiste question tag in:
I will see you on Saturday,........

Slide 8 - Open question

Vul de juiste question tag in:
He walked home from school,.............

Slide 9 - Open question

Vul de juiste question tag in:
We have told him about the party,...............

Slide 10 - Open question

Vul de juiste question tag in:
She misses her boyfriend,...................

Slide 11 - Open question

Grammar - Test unit 3
  1. May/might
  2. Past continuous vs. Past Simple
  3. Should/shouldn't 
  4. bijwoorden eindigend op -ly
  5. plaats v/h bijwoord
  6. bijwoorden vs. bijv. naamwoorden

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Maak onderstaande opdracht. Past Simple - Past Continuous.
1 is een voorbeeld. Op de volgende slide type je jouw 10 antwoorden in onder elkaar zonder hoofdletters of punten.

Slide 14 - Slide

Type nu onder elkaar jouw 10 antwoorden in. Geen hoofdletters of punten. Niet nummeren.

Slide 15 - Open question

Bijwoorden
Wat jij moet kunnen is bijwoorden op de juiste plek in een Engelse zin plaatsen.

Slide 16 - Slide


Welke zin is juist?
A
He always is late.
B
He is always late.
C
He is late always.

Slide 17 - Quiz


Welke zin is juist?
A
I never eat McDonalds.
B
I eat never McDonalds.
C
I eat McDonalds never.

Slide 18 - Quiz

Bijwoorden
In een Engelse zin plaats je een bijwoord:
- een vorm van to be, zoals am, is of are
Bijvoorbeeld: You are never late.

- vóór elk ander werkwoord
Bijvoorbeeld: I really like Christmas.  

Slide 19 - Slide

Bijwoorden
In een Engelse zin plaats je een bijwoord:
- aan het begin van een zin (als het over de inhoud van de gehele zin gaat)
Bijvoorbeeld: Unfortunately, a lot of you do not make your homework for English.

Slide 20 - Slide


Even oefenen..

Slide 21 - Slide


Op welke plek moet het bijwoord "Often"?
"He (A) listens (B) to the radio (C)."
A
A
B
B
C
C

Slide 22 - Quiz


Op welke plek moet het bijwoord "Usually"?
"Tim (A) is (B) very friendly (C)."
A
A
B
B
C
C

Slide 23 - Quiz


Op welke plek moet het bijwoord "Never"?
"They (A) watch (B) in the afternoon (C)."
A
A
B
B
C
C

Slide 24 - Quiz


Op welke plek moet het bijwoord "Always"?
"My gran (A) goes (B) for a walk (C) in the morning (D)."
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 25 - Quiz

Word Order
Dichtbij            Verweg
Enkelvoud          This                    That

Meervoud          These                Those
Een Engelse zin heeft (bijna) altijd dezelfde volgorde.

Slide 26 - Slide

11. What is the correct word order: each summer / visit / Salou / more and more Brits
A
Each summer, more and more Brits visit Salou
B
More and more Brits each summer visit Salou.
C
Salou visit more and more Brits each summer.
D
More and more Brits visit Salou each summer.

Slide 27 - Quiz

12. Justin never behaves badly. 'Zijn vriendin Hailey ook niet'. Translate from NL-ENG. Use 'neither'.
A
Neither his girlfriend Hailey does.
B
Neither his girlfriend Hailey do.
C
Neither does his girlfriend Hailey.
D
Neither do his girlfriend Hailey.

Slide 28 - Quiz

The local policeman had invited the journalist to meet him at 5:30 that afternoon at the station.
A
This sentence is correct
B
This sentence is incorrect

Slide 29 - Quiz

INHALERS??

Slide 30 - Slide