This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 75 min
Items in this lesson
Kans
Slide 1 - Slide
Aantekening - Kans?
-> Je kunt niet met zekerheid zeggen wat er gaat gebeuren
-> Inschatting van wat zal komen
Slide 2 - Slide
OPDRACHT
30. Marc speelt mens-erger-je-niet. Hij gooit met één dobbelsteen.
Slide 3 - Slide
Hoeveel mogelijkheden zijn er?
Slide 4 - Open question
Welke kans is groter?
A
de kans op 6
B
de kans op geen 6
Slide 5 - Quiz
Welke kans is groter?
A
meer dan 3
B
minder dan 3
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
OPDRACHT
39. Een geldstuk heeft twee kanten. De kant waar het bedrag op staat noemen we munt. De andere kant heet kop. Dat is omdat er vaak het hoofd van de koning op afgebeeld staat.
Je gooit een geldstuk op en kijkt welke kant boven is.
Slide 8 - Slide
Hoe groot is de kans op kop? Je mag antwoord in breuken en procenten.
Slide 9 - Open question
Je gooit 80 keer een geldstuk op. Hoe vaak verwacht je dat er "kop" boven ligt?
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Slide
A - kansberekenen
Werkwijze berekenen van kansen
Kijk hoeveel mogelijkheden er in totaal zijn;
Onderzoek hoe vaak de gevraagde mogelijkheid voorkomt;