10.4 Voortplanting met bloemen

Startopdracht:
Start je laptop op. 
Kijk je opdrachten na, antwoorden it's learning
Pak je boek en lees vast de tekst in de groene vakken van 10.4 (blz 47)

1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Startopdracht:
Start je laptop op. 
Kijk je opdrachten na, antwoorden it's learning
Pak je boek en lees vast de tekst in de groene vakken van 10.4 (blz 47)

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 10.4
  • Je kunt uitleggen welke delen van een bloem voor voortplanting zorgen.
  • Je kunt beschrijven hoe de bestuiving bij insectenbloemen en bij windbloemen gaat.
  • Je kunt uitleggen hoe de bevruchting van eicellen door stuifmeelkorrels bij een bloem gaat.
  • Je kunt uitleggen hoe na bevruchting vruchten en zaden ontstaan.
  • Je kunt drie manieren beschrijven waarop planten hun zaden verspreiden.
  • Je kunt de levenscyclus van een plant beschrijven.





Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Kelkbladeren
6
Helmknop met helmhokjes
8
Stuifmeelkorrel (mannelijke geslachtscel)
2
Kroonblad
1
Eicel
5
Zaadbeginsel
4
Vruchtbeginsel
13
Stijl
12
Stempel
11
Stamper
14
Helmdraad
9
Stuifmeelbuis (Pollenbuis)
3
Meeldraad
10
Leer de onderdelen van de bloem
Bloemsteel
7

Slide 4 - Slide

Onderdelen van een bloem met de functie
  • Bloembodem: Hierop zitten andere delen van de bloem vast.
  • Kelkbladeren: groene blaadjes, beschermen de bloem tegen kou, uitdroging en beschadiging als de bloem in de knop zit.
  • Nectarkliertjes: Klieren onderin de bloem, die nectar maken = zoete stof die insecten eten.
  • Kroonbladeren: gekleurde bloemblaadjes, hiermee lokt de plant insecten.
  • Stamper: vrouwelijke deel van de bloem dat middenin de bloem zit, is voor de voortplanting
  • Meeldraden: mannelijke deel van de bloem en staan rondom stamper, zijn voor voortplanting

Slide 5 - Slide

De stamper
Stamper = stempel, stijl en vruchtbeginsel

In het vruchtbeginsel zitten zaadbeginsels
In elk zaadbeginsel zit een eicel

Dit zijn de 'vrouwelijke geslachtsdelen' van de bloem! 

Slide 6 - Slide

De meeldraad
Meeldraad = helmknop en helmdraad
De stuifmeelkorrels zijn de mannelijke voortplantingscellen, te vergelijken met zaadcellen van mensen.

Dit zijn dus de 'mannelijke geslachtsdelen' van de bloem!

Slide 7 - Slide

Bestuiving
 "stuifmeel van de meeldraden van een bloem gaan naar de stamper van een bloem van dezelfde soort plant"

Dit kan zijn eigen vrouwelijke deel zijn. (=zelfbestuiving)
Of het vrouwelijke deel van een andere bloem. (=kruisbestuiving)

Slide 8 - Slide

Bestuiving door insecten of de wind
insectenbloem: opvallende kleuren en geuren om insecten aan te trekken, nectar zit diep in de bloem

windbloem: bloemetjes zijn klein, groen en geuren niet, meeldraden en stempel steken ver uit de bloem

Slide 9 - Slide

Zelfbestuiving of kruisbestuiving?

Slide 10 - Slide

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 10.3 en 10.4
Maken: 10.2 opdracht: 19, 20, 22, 25 t/m 27, 31 en 33
10.3 opdracht 3, 4, 7, 8, 10, 11 & 10.4 opdracht 2 t/m 21

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf 

timer
8:00

Slide 11 - Slide

De stamper bestaat uit:
stempel
stijl
vruchtbeginsel

Slide 12 - Drag question

De meeldraad bestaat uit:
helmdraad
helmknop

Slide 13 - Drag question

Mensen met hooikoorts zijn allergisch voor stuifmeelkorrels.
Van welke planten komen deze stuifmeelkorrels?
A
windbloemen
B
insectenbloemen
C
zowel wind- als insectenbloemen
D
alleen van gras

Slide 14 - Quiz

Kelkbladeren
6
Helmknop met helmhokjes
8
Stuifmeelkorrel (mannelijke geslachtscel)
2
Kroonblad
1
Eicel
5
Zaadbeginsel
4
Vruchtbeginsel
13
Stijl
12
Stempel
11
Stamper
14
Helmdraad
9
Stuifmeelbuis (Pollenbuis)
3
Meeldraad
10
Leer de onderdelen van de bloem
Bloemsteel
7

Slide 15 - Slide

Startopdracht:
Start je laptop op. 
Kijk je opdrachten na, antwoorden it's learning
Pak je boek en lees vast de tekst in de groene vakken van 10.4 (blz 54)

Slide 16 - Slide

Leerdoelen 10.4 les 2
  • Je kunt uitleggen hoe na bevruchting vruchten en zaden ontstaan.
  • Je kunt drie manieren beschrijven waarop planten hun zaden verspreiden.
  • Je kunt de levenscyclus van een plant beschrijven.

Slide 17 - Slide

Zaadverspreiding
3 manieren: 
1. door wind
2. door dieren
3. door de plant zelf

Slide 18 - Slide

Maken opdracht 22 blz. 59

Slide 19 - Slide

Ontstaan van zaden
1. Stuifmeelkorrels plakken op de stempel
2. Celkern van stuifmeelkorrels gaat door de stuifmeelbuis tot in de eicel
3. Elke bevruchte eicel (zaadbeginsel) groeit uit tot een zaadje, daaromheen groeit het vruchtbeginsel tot vrucht

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Levenscyclus van een plant

Ontkiemen:
Eerst groeien de worteltjes en daarna pas het bovengrondse deel van de plant.

Slide 22 - Slide

Verschillende levenscycli
- eenjarige planten: hele levenscyclus in hetzelfde jaar
- tweejarige planten: ontkiemen en groeien in het 1e jaar, bloeien en maken zaden in het 2e jaar
- meerjarige planten: doorlopen de hele cyclus elk jaar opnieuw, maar bovengrondse delen sterven in het najaar af 
Tweejarige planten

Slide 23 - Slide

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 10.3 en 10.4
Maken: 10.2 opdracht: 19, 20, 22, 25 t/m 27, 31 en 33
10.3 opdracht 3, 4, 7, 8, 10, 11 & 10.4 opdracht 2 t/m 21

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf 

timer
8:00

Slide 24 - Slide