This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
WAT BETEKENT HET WOORD "WASSYMBOOL"?
Slide 1 - Open question
Slide 2 - Slide
Etiketten
samenstellingsetiket
behandelingsetiket
-> zoek op in je kleding!
Slide 3 - Slide
WAT BETEKENT DIT SYMBOOL:
A
Niet strijken
B
Niet wassen op een hoge temperatuur
C
Het kledingstuk is niet geschikt om te weken
D
Het kledingstuk is niet geschikt om te wassen of te weken
Slide 4 - Quiz
WAT BETEKENT DIT SYMBOOL:
A
In de droger op een hoge temperatuur
B
In de droger op een lage temperatuur
C
Niet in de droger
D
Dit symbool bestaat niet
Slide 5 - Quiz
DIT SYMBOOL GEEFT AAN DAT JE HET PRODUCT ALLEEN MET DE HAND MAG WASSEN:
A
Juist
B
Onjuist
C
Geen van allen
D
Je mag het product wassen in de wasmachine én met de hand
Slide 6 - Quiz
WAT BETEKENT DIT SYMBOOL:
A
Normale was op 30, 40, 50, 60 of 70 graden
B
Wassen op anti-kreuk progamma
C
Handwas
D
Geen van allen
Slide 7 - Quiz
Bekijk de wassymbolen in jullie kleren (en op de stapels) met behulp van het papier!
Slide 8 - Slide
Wasmiddelen
Er zijn verschillende soorten wasmiddelen:
waspoeder
vloeibare wasmiddelen
tabletten
capsules
Slide 9 - Slide
Wasmiddelen
Donker bont wasmiddel
Licht bont wasmiddel
Witwasmiddel
Fijne was / Wolwasmiddel
Slide 10 - Slide
Welke wasmiddelen hebben wij?
Hoe is de dosering?
Slide 11 - Slide
EVALUATIE
Jullie zijn in deze les meer te weten gekomen over de soorten wasmiddelen. Jullie kunnen was sorteren. Jullie weten ook meer van was symbolen en etiketten.