Klas 3, T3, paragraaf 6, evolutie

Hoofdstuk 3
Erfelijkheid en evolutie
paragraaf 6
Evolutie
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3
Erfelijkheid en evolutie
paragraaf 6
Evolutie

Slide 1 - Slide

In deze lesson up:

  • Uitleg paragraaf 6

Slide 2 - Slide

Doel van de les
  • 3.6.1 Je kunt omschrijven wanneer organismen tot één soort behoren.
  • 3.6.2 Je kunt beschrijven wat de evolutietheorie inhoudt en hoe geslachtelijke voortplanting, mutatie en natuurlijke selectie bijdragen aan het ontstaan van nieuwe rassen en soorten.

Slide 3 - Slide

Begrippen paragraaf 6
Soort
Evolutietheorie
Milieu
Natuurlijke selectie


Slide 4 - Slide

Werkplek

Stil werken/ geen overleg/ Zelfstandig werken
1. Lezen paragraaf
2. Opdrachten maken, 80% goed!
3. Afsluiten met: Test jezelf! Worden alle doelen voldoende beheerst? Laat aan het einde van de les zien of in de volgende les (dus thuis afmaken) 
Instructieplek:

Uitleg begrippen aan de hand van filmpjes, opdrachten en mondeling uitleg. 
Actieve deelname aan de les:
-actieve houding
-stil zijn 
-Bij vragen vinger gebruiken
-Opdracht gericht zijn: je hebt het over de opdracht en bent gericht op de opdracht. 

Slide 5 - Slide

Soorten en rassen
Allemaal gorilla's maar verschillende soorten.

Slide 6 - Slide

Soorten
Een organisme hoort tot dezelfde soort als ze voor vruchtbare nakomelingen kunnen zorgen.

Slide 7 - Slide

Rassen
Soms kan een soort nog worden verdeeld in rassen: bijv. honden. 
Die kunnen onderling wel voor vruchtbare nakomelingen zorgen.
Rassen zijn ontstaan door fokken of kweken!

Slide 8 - Slide

 Evolutie
Het ontstaan van verschillende soorten organismen, die in de loop van een zeer lange tijd zijn ontstaan en veranderd

Slide 9 - Slide

 Evolutietheorie
Gaat uit van drie dingen:
Variatie in genotype
natuurlijke selectie
ontstaan van nieuwe soorten. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Variatie in genotype
Verschillende populaties.
Binnen een populatie komen verschillen voor. Deze verschillen zijn ontstaan door geslachtelijke voortplanting en mutaties. Hierdoor verschil in fenotype.

Slide 12 - Slide

Natuurlijke selectie
De organismen die het best zijn aangepast aan het milieu, krijgen de meeste nakomelingen.
Vooral het genotype bepaalt of een individu goed of slecht is aangepast aan het milieu

Slide 13 - Slide

Aanpassing aan het milieu.

Slide 14 - Slide

Aanpassing aan het milieu.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Ontstaan van nieuwe soorten

Kan honderden tot duizenden jaren duren

Slide 17 - Slide

Ter afsluiting:


Succes met je huiswerk!!!
Lees de paragraaf goed voordat je aan de slag gaat met de opdrachten!
De week na de vakantie heb je gemaakt paragraaf 5 en 6

Slide 18 - Slide