Temperatuur, vocht en tocht

Klimaat - Temperatuur
1 / 25
next
Slide 1: Slide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Klimaat - Temperatuur

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vorige les: Bingo!
Maak een bingo kaart van 3 x 3
In deze bingo kaart mogen jullie 
de volgende woorden plaatsen

Anaalklieren, Bioritme, Groepsdier, Solitair, Thermaal, Ad lib, Chronisch, Hobbymatig, Bedrijfsmatig, Derden, Fysiek, gedragspatroon, Uv-licht, Isolatie, Natuurlijkgedrag, Kunstlicht.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Uitleggen wat er wordt bedoeld met een optimale omgevingstemperatuur
  • Het verband tussen optimale omgevingstemperatuur en de natuurlijke leefomgeving noemen
  • Uitleggen wat er wordt bedoeld met onderste kritieke temperatuur en bovenste kritieke temperatuur
  • Uitleggen wat er wordt bedoeld met lokaal verwarmen
  • Voorbeelden noemen van lokaal verwarmen  




Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al waar temperatuur invloed op heeft bij dieren?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Het belang van een optimaal klimaat in dierenverblijven
  • Temperatuur, vochtigheid en ventilatie moeten optimaal zijn voor de gezondheid van de dieren.
  • Elk dier heeft een optimale omgevingstemperatuur die nagebootst moet worden.
  • Onderste en bovenste kritieke temperatuur zijn belangrijk voor elk dier.
  • Sommige dieren hebben lokale temperatuurregeling nodig.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Kritieke temperatuur
  • Minimale en maximale temperatuur waarbij dieren zich prettig voelen.
  • Onderste kritieke temperatuur: minimale temperatuur die het dier nodig heeft.
  • Bovenste kritieke temperatuur: maximale temperatuur die prettig is voor een diersoort.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Welke diersoorten kunnen niet hun eigen temperatuur regelen?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Warmbloedig
Een dier die zijn eigen lichaamstemperatuur kan regelen.

Deze dieren hebben in gezonde toestand altijd dezelfde temperatuur.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Koudbloedig
Een dier die zijn eigen lichaamstemperatuur niet kan regelen.


Deze dieren hebben een lichaamstemperatuur die afhankelijk is van de omgeving.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welke gezondheidsproblemen kan een koudbloedig dier krijgen als hij te koud gehouden wordt?

Slide 11 - Mind map

This item has no instructions

Het belang van lokale temperatuurregeling
  • Dieren die hun lichaamstemperatuur niet goed kunnen regelen hebben aanvullende verwarming nodig.
  • Denk aan koudbloedige dieren, maar ook jonge dieren!

  • Lokale temperatuurregeling zorgt voor een comfortabele omgeving voor deze dieren.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat kan je gebruiken om een verblijf te verwarmen?

Slide 13 - Mind map

This item has no instructions

temperatuur meten
  • Thermometers worden gebruikt om de temperatuur in dierenverblijven te controleren.
  • Verschillende soorten thermometers kunnen worden gebruikt.
  • Analoog, digitale, min-max en laser thermometer

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Min-max thermometer 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Wat wordt bedoeld met een optimale omgevingstemperatuur?
A
De laagste temperatuur ooit gemeten.
B
De ideale temperatuur in een bepaalde omgeving.
C
De hoogste temperatuur ooit gemeten.
D
De gemiddelde temperatuur gedurende een jaar.

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt bedoeld met de onderste kritieke temperatuur?
A
De temperatuur waarbij het dier het meest actief is.
B
De temperatuur waarbij dieren in winterslaap gaan.
C
Minimale temperatuur die het dier nodig heeft.
D
Maximale temperatuur die prettig is voor een diersoort.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt bedoeld met de bovenste kritieke temperatuur?
A
De temperatuur waarbij dieren zich kunnen voortplanten.
B
De temperatuur waarbij het dier het meest actief is.
C
Minimale temperatuur die het dier nodig heeft.
D
Maximale temperatuur die prettig is voor een diersoort.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat wordt bedoeld met lokaal verwarmen?
A
Het gericht verwarmen van een specifieke ruimte of locatie.
B
Het verwarmen van een specifiek persoon.
C
Het verwarmen van de buitenlucht.
D
Het verwarmen van de hele wereld.

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Begrippenlijst
  • Optimale omgevingstemperatuur: de temperatuur waarbij de dieren zich het prettigst voelen.
  • Onderste kritieke temperatuur: de minimale temperatuur waarbij het dier zich prettig voelt.
  • Bovenste kritieke temperatuur: de maximale temperatuur die voor de diersoort prettig is.
  • Lokale temperatuurregeling: aanvullende verwarming die gebruikt wordt voor dieren die niet of minder goed zelf hun lichaamstemperatuur kunnen regelen.
  • Koudbloedig: Niet de eigen lichaamstemperatuur regelend; met een lichaamstemperatuur die min of meer gelijk is aan de omgeving.
  • Warmbloedig: De eigen  lichaamstemperatuur regelend.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 21 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 22 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 23 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Huiswerk
Lezen ontwikkelcentrum 
Hoofdstuk 3.1 en 3.2

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Einde les!

Slide 25 - Slide

This item has no instructions