Periode 1 week 37 les 1

Bonjour les jeunes! 


- Chewing gum à la poubelle
- Enlève ta veste
- Prends ton livre et ton cahier et ton ordinateur
- On commence dans 2 minutes

                            MERCI!

timer
2:00
1 / 29
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bonjour les jeunes! 


- Chewing gum à la poubelle
- Enlève ta veste
- Prends ton livre et ton cahier et ton ordinateur
- On commence dans 2 minutes

                            MERCI!

timer
2:00

Slide 1 - Slide

Les objectifs
Aan het eind van deze week kan ik.....

  1. informatie vinden in korte teksten (selfies/ een online beroep)
  2. onregelmatige vormen van het bijvoeglijk naamwoord gebruiken
Subdoelen
- Ik ken een aantal bijvoeglijke naamwoorden in het Frans
- Ik weet de plek van het bijvoeglijk naamwoord in een Franse zin
- Ik weet dat er een aantal uitzonderingen zijn


Slide 2 - Slide

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

Check- in
A. zij  heeft gehad
B. zij zijn geweest
C.  ik  heb gehad
D.  wij/we zijn geweest
E. jij / je bent geweest
F. wij hebben gehad
1.  nous  avons eu
2.  tu as été
3.  ils  ont été
4.  j'ai eu
5.  on a été
6.  elle a eu

Slide 3 - Drag question


Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Slide

Wat weten jullie nu?

Slide 5 - Slide

Noem een paar Franse bijvoeglijke naamwoorden op die je kent

Slide 6 - Mind map

Waar gebruik je bijvoeglijke naamwoorden voor?

Slide 7 - Mind map

De meeste Franse bijvoeglijke naamwoorden staan _______ het zelfstandig naamwoord.
A
voor
B
achter

Slide 8 - Quiz

Wat weet je over de plek van onderstaande bijvoeglijke naamwoorden?
jeune 
vieux 
nouveau
mauvais
long
beau
beau
grand petit
premier
dernier
joli

Slide 9 - Slide

Uitleg

Filmpje 1: de plaats van het bijvoeglijk naamwoord
Filmpje 2: onregelmatige vormen

Slide 10 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord (persoon, dier of ding). 

Slide 11 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
 Het bijvoeglijk naamwoord past zich aan op het zelfstandig naamwoord. 
Enk
Mv
Man
-
s
vrouw
e
es

Slide 12 - Slide

Voorbeelden
Il habite dans une grand maison
Une maison = vrouwelijk enkelvoud
Grand --> grande

Il habite dans une grande maison

Slide 13 - Slide

Uitzonderingen
Eindigt het bijvoeglijk naamwoord al op een -e? Dan krijg je geen extra e bij vrouwelijke woorden.
vb: un garçon timide - une fille timide 

Eindigt het bijvoeglijk naamwoord al op een -s? Dan krijg je geen extra s bij mannelijke woorden in het meervoud.

vb: le pantalon gris - les pantalons gris

Slide 14 - Slide

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord staat in het Frans meestal achter het zelfstandig naamwoord
vb: un pantalon noir 

Maar let op: de volgende bijvoeglijk naamwoorden staan in het Frans altijd voor het zelfstandig naamwoord

Slide 15 - Slide

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord

bon 
goed, lekker
grand
groot
petit
klein
premier
eerst
dernier
laatste
joli
mooi
jeune
jong
vieux
oud
nouveau
nieuw
mauvais
slecht
long
lang
beau
mooi

Slide 16 - Slide

Intéressant
Beau
Nouveau
Bleu
Petite
Voor het zelfstandig naamwoord
Na het zelfstandig naamwoord

Slide 17 - Drag question

Bijzondere vormen
Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een -x-, krijgt de vrouwelijke vorm -se- op het einde.
Heureux - heureuse

Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een -f-, krijgt de vrouwelijke vorm -ve- op het einde. 
Sportif - sportive

Slide 18 - Slide

Bijzondere vormen
Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een -ien-, krijgt de vrouwelijke vorm -ienne- op het einde.
Italien - Italienne

Eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een -eux-, krijgt de vrouwelijke vorm -euse- op het einde. 
dangereux - dangereuse

Slide 19 - Slide

De vrouwelijke (enk) vorm van jaloux
A
jaloux
B
jalouxe
C
jalouse
D
jalouses

Slide 20 - Quiz

Vrouwelijke vorm (meervoud) van délicieux
A
délicieux
B
délicieuses
C
délicieuss
D
délicieuse

Slide 21 - Quiz

Mannelijk (enkelvoud) van het woord; sportif
A
sportif
B
sportives
C
sportifs
D
sportive

Slide 22 - Quiz

Enkele bijzondere vormen
Vieux - vieille (oud)
Nouveau - nouvelle (nieuw)
beau - belle (mooi)
bon - bonne (goed,lekker)
Blanc - blanche (wit)
fou - folle (gek)
long - longue (lang)

Slide 23 - Slide

Een goed boek
A
Un bon livre
B
Une bonne livre
C
Une livre bonne
D
Un livre bon

Slide 24 - Quiz

Een gevaarlijke weg

Dangereux
A
Une route dangereux
B
Une route dangereuses
C
une route dangereuse
D
une dangereuse route

Slide 25 - Quiz

Een mooi meisje
A
Une fille belle
B
Une bel fille
C
Une fille bele
D
Une belle fille

Slide 26 - Quiz

Een Franse taart
A
Un gateau france
B
Un gateau française
C
Un gateau français
D
Un français gateau

Slide 27 - Quiz

Au travail! choisis:
Lire:

exercices 8, 9a t/m c, 10, 11 p. 24 t/m 27
Grammaire:

bijvoeglijk naamwoord
exercices 15, 16a t/m d, 16f (uitdaging), 17 
p. 30 t/m 33
Apprendre:

Vocabulaire B p. 48
 
Écrire:

Brief 1 oefenen met docent / brief 1 inleveren op Peppels 

Slide 28 - Slide

gfdfdfvsdvsdvsd




Aan het eind van deze week kan ik.....

  1. informatie vinden in korte teksten (selfies/ een online beroep)
  2. onregelmatige vormen van het bijvoeglijk naamwoord gebruiken
Check- out
Schrijf op een post- it:

1.  wat je vandaag hebt geleerd
2. welke vraag je hebt na deze les
3. een TIP voor de docent over deze les
4. een TOP voor de docent over deze les

Slide 29 - Slide