Een verhaal schrijven

Deel 2
Mag het wat spannender?
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Deel 2
Mag het wat spannender?

Slide 1 - Slide

Een verhaal schrijven
Deel twee van je fictiedossier

Slide 2 - Slide

Opdracht

De komende lessen ga je werken aan het schrijven van een verhaal. Dit wordt het tweede deel van je fictiedossier en komt in de plaats van een boekopdracht. Dit scheelt je dus het lezen van een boek. 

Slide 3 - Slide

Opdracht

Voor deze opdracht werk je deze hele Lessonup door. Ook hiervoor krijg je punten dus doe het serieus. Het eindproduct, je verhaal lever je in via Magister: ELO - opdrachten.

Slide 4 - Slide

Theorie

Op sommige plekken wordt verwezen naar theorie. Je vindt de genoemde paragrafen in je themaboek (het dikke boek) van Op Niveau vanaf blz. 287 - Fictie. Je kunt de theorie ook in de online methode vinden.

Slide 5 - Slide

Het onderwerp
Je gaat een verhaal verzinnen dat op één of andere manier te maken heeft met het coronavirus.
Bovendien moet je er een vorm van spanning in verwerken.

Maak in de volgende dia een woordweb: schrijf allemaal dingen op waar je aan denkt als je het woord coronavirus hoort en die je in een verhaal zou kunnen verwerken.

Slide 6 - Slide

coronavirus

Slide 7 - Mind map

Voorbereiding

Op de volgende dia's wordt je gevraagd een aantal opdrachten uit te voeren. Dit doe je steeds in de Lessonup.

Slide 8 - Slide

Voorbereiding
Bedenk een bedreigende of gevaarlijke situatie waar je hoofdpersoon in terecht gaat komen. De volgende onderwerpen kunnen je op ideeën brengen, maar je mag natuurlijk ook iets heel anders bedenken.

  • De hoofdpersoon krijgt ruzie (met een tegenstander of juist met een helper).
  • De hoofdpersoon wil iets, maar dat lukt niet.
  • Er gebeurt een (kleine of grote) ramp.
  • De hoofdpersoon doet iets doms en dat heeft nare gevolgen.

Beschrijf die situatie in een aantal zinnen en zet ze  in de volgende dia.

Slide 9 - Slide

De situatie

Slide 10 - Open question

Voorbereiding
Lees de theorie door van paragraaf 12.2.5.: Hoofdpersoon en bijfiguren, 12.2.6.: Rollen van personen en 12.2.7.: Personen beschrijven.

Bedenk een hoofdpersoon voor je verhaal en geef hem of haar een naam. Omschrijf het uiterlijk en het karakter van je hoofdpersoon in het kort.

Zet ook deze informatie weer in de volgende dia.

Slide 11 - Slide

Hoofdpersoon

Slide 12 - Open question

Voorbereiding

Bedenk welke persoon/personen je nog meer in je verhaal wil laten voorkomen. 

Noem ze in de volgende dia.

Slide 13 - Slide

Bijpersoon/-personen

Slide 14 - Open question

Voorbereiding
Lees de theorie door van paragraaf 12.4.5.: De omgeving en de tijd beschrijven.

Bedenk in welke omgeving(en)  en tijd je jouw verhaal laat spelen + wat er bijzonder aan is. 
Beschrijf in een paar zinnen een omschrijving van de omgeving en de tijd die je gekozen hebt en zet het in de volgende dia.

Slide 15 - Slide

Omgeving(en) en tijd

Slide 16 - Open question

Aandachtspunten bij het schrijven
      Als je straks je verhaal gaat schrijven, let dan op de volgende dingen:
  • Maak gebruik van de informatie uit je voorbereiding.
  • Verwerk de aanwijzingen voor het schrijven in de dia's hierna.
  • Zorg ervoor dat de beschreven situatie spanning oproept.
  • Beschrijf in je verhaal de omgeving: breng hierbij onder woorden wat je ziet (beelden), hoort (geluiden) en ruikt (geuren).
  • Zorg ervoor de je verhaal uitnodigt om verder te lezen, dat het vaart heeft, pakkend en creatief is.
  • Zorg voor een duidelijke opmaak: dus kies een goede titel, verdeel je tekst goed in alinea's en je mag er natuurlijk ook een afbeelding bij doen.

Slide 17 - Slide

Het verhaal schrijven
Open een Word-document en deel dit met je docent en schrijf hier je verhaal in. Stel het document in op lettertype Arial 12 en gebruik regelafstand 1.

Volg de aanwijzingen op de volgende dia's en gebruik natuurlijk je gegevens uit de voorbereiding.

Slide 18 - Slide

Begin

Laat je hoofdpersoon wakker worden of een ruimte binnengaan of naar buiten gaan. Beschrijf wat hij of zij ziet, hoort en ruikt.

Slide 19 - Slide

Daarna .....

Laat je hoofdpersoon in de nare situatie terechtkomen. Beschrijf de gebeurtenissen, beschrijf wat de hoofdpersoon denkt en voelt en schrijf de gesprekken met andere personen in het verhaal. Gebruik daarbij de informatie uit je voorbereiding.

Slide 20 - Slide

Vervolgens .....

Lees nog eens terug wat je al geschreven hebt en vul je tekst zo aan, dat het een goedlopend verhaal wordt van anderhalf à twee bladzijden, dat is zonder eventuele afbeeldingen.

Slide 21 - Slide

Tot slot

Zorg voor een mooie afsluiting van je verhaal. Hoe je die invult mag je zelf bepalen.

Slide 22 - Slide

Klaar?
Voordat je inlevert, lees dan je hele tekst nog een keer door. Het best is om dit hardop te doen, zodat je hoort of er nog zinnen zijn die niet lekker lopen. Let hierbij natuurlijk op je spelling!

Alles verbeterd en helemaal tevreden? Lever dan je tekst in via Magister: ELO - opdrachten.

Slide 23 - Slide

Wanneer?

Uiterlijke inleverdatum:
Vrijdag 5 maart


Slide 24 - Slide

The end

Slide 25 - Slide