What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
βΉ
Return to search
der-groep en ein-groep
der-groep en ein-groep
in de 1e, 3e, 4e naamval
Leerdoelen
:
-Ik kan Duitse zinnen ontleden
-Ik ken de vormen van de der-groep en ein-groep en kan deze gebruiken
1 / 34
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
34 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
34 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
der-groep en ein-groep
in de 1e, 3e, 4e naamval
Leerdoelen
:
-Ik kan Duitse zinnen ontleden
-Ik ken de vormen van de der-groep en ein-groep en kan deze gebruiken
Slide 1 - Slide
Zinsontleding:
Wie war das nochmal?
De berggids heeft de toeristen de Zugspitze laten zien.
Slide 2 - Slide
Zinsontleding:
Wie war das nochmal?
De berggids
heeft
de toeristen de Zugspitze
laten zien
.
1. Zoek het gezegde
Slide 3 - Slide
Zinsontleding:
Wie war das nochmal?
De berggids
heeft de toeristen de Zugspitze laten zien.
2. Zoek het onderwerp
Wie/wat? + gezegde?
Slide 4 - Slide
Zinsontleding:
Wie war das nochmal?
De berggids heeft de toeristen
de Zugspitze
laten zien.
3. Zoek het lijdend voorwerp
Wie/wat + gezegde + onderwerp?
Slide 5 - Slide
Zinsontleding:
Wie war das nochmal?
De berggids heeft
de toeristen
de Zugspitze l
aten zien.
4. Zoek het meewerkend voorwerp
aan/voor wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?
Slide 6 - Slide
sehr.
onderwerp
gezegde
lijdend voorwerp
Meine Schwester
mag
diese Katze
Slide 7 - Drag question
Herhaling Kapitel 2: persoonlijk voornaamwoord
Slide 8 - Slide
der-groep en ein-groep
->Het
bepaald lidwoord
der/die/das
in het Duits kan ook in verschillende naamvallen staan
->Dit geldt ook voor het
onbepaald lidwoord ein/eine/keine
Slide 9 - Slide
Vormen der en ein groep
In de eerste plaats heeft dat met het
geslacht
van het woord te maken:
der
of
ein
voor
mannelijke
woorden
die
of
eine
voor
vrouwelijke
woorden
das
of
ein
voor
onzijdige
woorden
die
of
keine
voor
meervoud
Slide 10 - Slide
Overzicht der en ein
1e
der
ein
die
eine
das
ein
die
keine
3e
de
m
eine
m
de
r
eine
r
de
m
eine
m
de
n + n
keine
n +n
4e
de
n
eine
n
die
eine
das
ein
die
keine
Mnl
Vrl
Onz
Meervoud
Slide 11 - Slide
Bij een lijdend voorwerp gebruik ik?
A
de eerste naamval
B
de derde naamval
C
de vierde naamval
Slide 12 - Quiz
Bij een onderwerp gebruik ik?
A
de eerste naamval
B
de derde naamval
C
de vierde naamval
Slide 13 - Quiz
Bij een meewerkend voorwerp gebruik ik?
A
de eerste naamval
B
de derde naamval
C
de vierde naamval
Slide 14 - Quiz
Zinsdelen+naamvallen
1e naamval (Nominativ): onderwerp
3e naamval (Dativ): meewerkend voorwerp
4e naamval (Akkusativ): lijdend voorwerp
Slide 15 - Slide
De naamvallen: Sleep de juiste vraag en nummer naar de bijhorende naamval
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
1
3
4
aan/voor wie/wat?
wie/wat + werkwoorden + onderwerp
wie/wat + werkwoorden
Slide 16 - Drag question
der-Gruppe
Mnl
Vrl
Onz.
MV.
1e
Der
die
das
die
3e
dem
der
dem
den
+-n
4e
den
die
das
die
der-gruppe: dies-, jed-, welch-,.....
Slide 17 - Slide
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
nominativ (1e)
der
das
die
dativ (3e)
akkusativ (4e)
die
Naamvallen
: der-Gruppe
dem
dem
der
die
den +n
das
die
den
Slide 18 - Drag question
ein-Gruppe
Mnl
Vrl
Onz.
MV.
1e
ein
eine
ein
keine
3e
einem
einer
einem
keinen
+-n
4e
einen
eine
ein
keine
ein-Gruppe: mein-, dein-, sein-,......
Slide 19 - Slide
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
nominativ (1e)
ein
ein
keine
dativ (3e)
akkusativ (4e)
eine
Naamvallen : ein-Gruppe
einem
einem
einer
eine
keinen +n
ein
keine
einen
Slide 20 - Drag question
Ich habe ein.... Auto (o) gestohlen
A
ein
B
einen
C
einem
D
eine
Slide 21 - Quiz
Ich gab ein... Frau ein Buch.
A
eine
B
einem
C
einer
D
einen
Slide 22 - Quiz
Ich sehe d... Mann.
A
dem
B
der
C
den
Slide 23 - Quiz
Ich gebe mein... Mutter ein... Kuss (m).
A
meine, einen
B
meiner, einen
C
meiner, einem
D
meine, einem
Slide 24 - Quiz
D... Kind lacht.
A
das
B
den
C
dem
D
der
Slide 25 - Quiz
D... Mann liest d... Buch.
A
der, dem
B
den, das
C
der, den
D
der, das
Slide 26 - Quiz
Er schreibt ein... Freund.
A
einem
B
einen
C
einer
D
ein
Slide 27 - Quiz
Kannst du .... Kindern die Aufgabe erklΓ€ren?
A
dem
B
den
C
die
D
der
Slide 28 - Quiz
Ich habe .... Aufgaben nie verstanden
A
die
B
den
C
der
D
dem
Slide 29 - Quiz
Hast du ... Stift gesehen?
A
die
B
der
C
das
D
den
Slide 30 - Quiz
Habt ihr ... Hausaufgaben gemacht?
A
den
B
die
C
dem
D
das
Slide 31 - Quiz
Hast du ... Opa noch ein Geschenk gegeben?
A
der
B
dem
C
den
D
die
Slide 32 - Quiz
Ik snap de naamvallen!
π
π
π
π
π
Slide 33 - Poll
Ik zou hier graag nog meer mee willen oefenen voor de toets:
Slide 34 - Open question
More lessons like this
der en ein groep les 2 periode 2
October 2023
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
der en ein groep
6 days ago
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
der en ein groep
December 2023
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Uitleg les der en ein-Gruppe met zinsontleding
June 2022
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
der en ein groep les 2 periode 2
November 2023
- Lesson with
23 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Zinsontleding en naamvallen Klas 2A gymn Freitag, den 3. Juni 2022
May 2022
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Klas 2B gymn Freitag, den 3. Juni 2022
May 2022
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Klas 2D gymn Freitag, den 3. Juni 2022
May 2022
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2