Samen opdracht 6 + 7 blz. 33 SB (gekleurde versie)
Slide 4 - Slide
much and many
much = veel many = veel Wanneer gebruiken we much en wanneer many?
Slide 5 - Slide
Kijk naar de voorbeelden
wat zou de regel kunnen zijn?
I don't have much money. How many friends do you have? He has got many books. They drink much coffee.
Slide 6 - Slide
de regel
Much gebruik je voor "uncountable" nouns = znw die geen meervoud hebben bv money Many gebruik je voor "countable"nouns = znw die een meervoud hebben bv coins
Slide 7 - Slide
I have got ...................................sisters.