Antropologische filosofie

antropologische filosofie
1 / 23
next
Slide 1: Mind map
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

antropologische filosofie

Slide 1 - Mind map

Het woord ziel is onvertaalbaar, maar welke betekenis komt er het dichtst bij?
A
levensadem
B
levenskracht
C
psyché
D
geest

Slide 2 - Quiz

Is psyché hetzelfde als ziel?
A
ja
B
nee
C
geen idee
D
volgens Plato wel

Slide 3 - Quiz

Wat betekende psyché letterlijk in de oudheid?

Slide 4 - Open question

Wat stelt de wagenmenner voor in ‘de Mythe van de Ziel’?
A
tymos
B
nous
C
logos
D
eros

Slide 5 - Quiz


Wat is de Taal der Vormen?
A
rede
B
ideeën
C
kennis
D
geest

Slide 6 - Quiz

Wat hindert de mens in het opdoen van echte kennis?
A
vermoedens en meningen
B
emotie en vooroordelen
C
ambitie en religie
D
leugens en trots

Slide 7 - Quiz

“Door het lelijke, domme en slechte, en meer van dergelijke gebreken, verkommeren zij en gaan ze verloren…”

Waar heeft Plato het over?
A
de wielen van de tweespan
B
de vleugels van de paarden
C
de paarden
D
de zielen van de wagenmenners

Slide 8 - Quiz

Wie bezitten de echte kennis?
A
de filosofen
B
de koningen
C
de goden
D
de leerlingen van Plato

Slide 9 - Quiz

Wat is de connectie tussen de God Eros en het begrip?
A
beide tonen een macht over mensen
B
beide tonen een zwak over mensen
C
beide tonen een ambitie over mensen
D
beide tonen een angst over mensen

Slide 10 - Quiz

Tussen welke twee uitersten beweegt het verlangen?
A
liefde en haat
B
ontbreken verlangen en het bereiken ervan
C
tekort en armoede
D
vriendschap en liefde

Slide 11 - Quiz

Wat symboliseren de namen van de ouders van Eros?
A
liefde en haat
B
licht en donker
C
overvloed en armoede
D
seks en kuisheid

Slide 12 - Quiz

Wat zijn volgens Aristoteles de 2 definities van mens?
A
zoion logon echon
B
zoion echon
C
zoion logon politikon
D
zoion politikon

Slide 13 - Quiz

De aanleg (waarmee een mens geboren is) is volgens Aristoteles te omvatten in een van zijn principes.
Welk van zijn onderstaande principes omvat de aanleg?
A
dynamis
B
energeia
C
nous

Slide 14 - Quiz

Wat maakt ons mens volgens Aristoteles en Plato?
A
de nous
B
de ziel
C
de geest
D
de gierigheid

Slide 15 - Quiz

Wat is het begrip voor materie of de vorm ?
A
eidos
B
archè
C
Eros
D
zoion

Slide 16 - Quiz

Wat zijn de twee aspecten van de geest?
A
passief en receptief
B
waarnemen en verstandigheid
C
actief en inactief
D
receptief en reflexief

Slide 17 - Quiz

Wat is het verschil tussen monisme en dualisme?

Slide 18 - Open question

In welke 2 aspecten onderscheid Aristoteles de geest?

Slide 19 - Open question

Waarin komen de visies van Plato en Aristoteles met elkaar overeen, als het over het eindedoel van 'mens zijn' gaat?
A
het vermogen om tot mogelijke ideeën te komen
B
het vermogen hebben om het wezenlijke om ons heet te kennen
C
zelfbewustzijn over mogelijke vermogens
D
het vermogen om te geloven in god

Slide 20 - Quiz

Wat is de mens voor Aristoteles in de eerste plaats
A
tussenwezen
B
sociaal dier
C
organisme
D
nous (geest)

Slide 21 - Quiz

Wat hebben jullie hiervan geleerd?

Slide 22 - Mind map

Slide 23 - Slide