Nederlands profiel LOGI/VERE les 2 formele email

Nederlands les 11 schrijven (les 4)

                                       Nederlands Schrijven 


In  deze les leer je het verschil tussen een formele en informele brief.
Je leert een zakelijke email schrijven.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Nederlands les 11 schrijven (les 4)

                                       Nederlands Schrijven 


In  deze les leer je het verschil tussen een formele en informele brief.
Je leert een zakelijke email schrijven.

Slide 1 - Slide

Examenduur: 60 minuten
  • Schrijf examen heeft 3 onderdelen: klachtenbrief, sollicitatie en email.
       deze week klachtenbrief

  • Zorg dat je alle opdrachten volledig maakt, minimaal 80%
  • Let op: spelling, zinsbouw en interpunctie (punt, komma, vraagteken, uitroepteken)
  • Samenhang, verbindingswoorden (maak een logisch verhaal: daarom, dus.. )
  • Doel (waarom schrijf je de tekst)
  • Afstemming op publiek (voor wie schrijf je dit? formeel/ informeel)
  • Woordgebruik

Slide 2 - Slide

Persoonlijke brief= informeel=vriendschappelijk

- je schrijft naar een bekende

- datering

- elke aanhef is goed

- doel mag onduidelijk zijn

- indelen in alinea's

- informeel taalgebruik

- naam eronder

Zakelijke brief= formeel=net

- Geachte heer, mevrouw,

of: Geachte meneer De Vries

-Richt je op doel en publiek

- afsluiting 

- inleiding, kern, slot

- formeel taalgebruik

- handtekening en  voor- en achternaam

Slide 3 - Slide

In een persoonlijke brief gebruik je formele taal.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 4 - Quiz

Kies de juiste schrijfwijze voor de plaats en de datum in een zakelijke brief.
A
Amsterdam 4 december 2023
B
Amsterdam, 4 December 2023
C
Amsterdam, 4 december 2023
D
Amsterdam, 04-12-2023

Slide 5 - Quiz

In een persoonlijke brief kun je beginnen met
A
Beste Abdel
B
Hallo Abdel
C
Geachte Abdel
D
Hi Abdel

Slide 6 - Quiz

Een zakelijke e-mail is:
A
Formeel
B
Informeel

Slide 7 - Quiz

Een zakelijke e-mail stuur je:
A
Naar je beste vrienden
B
Naar bedrijven of instellingen
C
Naar je klanten
D
Naar familie

Slide 8 - Quiz

Bij een zakelijke e-mail gebruik je:
A
Je, jij
B
U
C
Kan allebei

Slide 9 - Quiz

Wat is een juiste aanhef bij een zakelijke e-mail?
A
Hoi Karin,
B
Hallo neef!
C
Geachte heer/mevrouw,
D
Hi,

Slide 10 - Quiz

Hoe eindig je een zakelijke e-mail?
A
Met vriendelijke groet,
B
Groetjes,
C
Nou, tot ziens dan maar!
D
Hoogachtend,

Slide 11 - Quiz

Je schrijft de zakelijke e-mail aan de klantenservice van de Hema. Hoe begin je?
A
Geachte klantenservice,
B
Geachte Hema,
C
Geachte heer/mevrouw,
D
Geachte medewerker,

Slide 12 - Quiz

Je hebt een laptop gekocht en hebt hierover een klacht. Je schrijft een e-mail waarin je de klacht uitlegt en om een oplossing vraagt. Schrijf het onderwerp op:

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

En nu aan het werk!

Lees de lesbrief door en maak de opdracht: 
1. Schrijf een email met uitnodiging aan je collega's.

Laat je mail door een klasgenoot controleren volgens de checklist en stuur de mail naar je docent.

Klaar?
2. Taalblokken: 
Bouwstenen 2F  hoofdstuk 1 tekstdoelen en tekstsoorten paragraaf 1.3 schrijven 
of
extra schrijfopdracht informele email. 





Slide 16 - Slide