Klas 1BK1 - Lesweek 30 - Les 1

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Kapitel  drei / Thema Schule

Achtung!

Handys in deine Tasche.

Op tafel ligt:

dein Buch, dein Heft, dein Etui

(Laptop -> KT leerlingen)

Was machst du wenn deinen Ranzen* zu schwer ist?

*der Ranzen - de schooltas

Was macht ihr diese Stunde?

• Wichtig!
• Hausaufgaben kontrollieren
• Hören
• Hausaufgaben machen
• Bingo spielen
• die Stunde beenden 

Lernziele

Was lernt ihr diese Stunde?

• Je kunt een eenvoudig gesprek over een schooldag begrijpen.
• Je weet hoe goed je de werkwoorden "sein" + "haben" kent.

Wichtig! (belangrijk!)

materialen	huiswerk
3 keer -> bericht naar huis	3 keer -> les inhalen
5 keer -> strafwerk

Wichtig! (belangrijk!)

Mittwoch 24. April

luistertoets

Hausaufgaben kontrollieren

BK                                                                   KT

Hören

Sehen

Hören

Hausaufgaben machen

BK                                               KT

- Schrijf op je bingokaart 9 verschillende vormen van de werkwoorden sein + haben in het Duits.

- Uit je hoofd of kijk in je boek (Seite 161)

2 minuten

- Ik noem een vorm in het Nederlands.

- Jij -> aftekenen op je kaart.

- Winnaar -> Haribo

Lernziele

Was lernt ihr diese Stunde?

• Je kunt een eenvoudig gesprek over een schooldag begrijpen.
• Je weet hoe goed je de werkwoorden "sein" + "haben" kent.

Hausaufgaben

- Je gebruikt een andere kleur pen.

- De antwoorden komen op het bord (BK)

- Ik loop rond om mee te kijken of het huiswerk af is.

Niet gemaakt? 

- Dan maak jij je huiswerk na schooltijd + extra opdracht (ophalen in lokaal 1.05)

- Wekker? Dan open je je boek auf Seite 94 / 96

Hausaufgaben

Gaat de wekker -> 

Seite 94 / 96

Wortschatz

BK und KT 

- Ӧffnet euer Buch auf Seite 94 (KT -> Seite 96)

- Wir lesen zusammen die Lernliste N – D.

-> (ab Mathe)

Ik lees voor en jullie zeggen na.

Was weißt du schon? 

Ken je de woorden niet goed genoeg?

Dan schrijf je vanmiddag na schooltijd de Lernliste N - D  

3 keer over.

Bijvoorbeeld

de leraar - der Lehrer

de leraren - die Lehrer

etc.

netjes schrijven !
 

Wortschatz

Ӧffnet euer Buch auf Seite sechsundneunzig.

Afgelopen week -> linker rijtje

Heute -> die rechte Reihe

Ik lees voor en jullie zeggen na.

Iedereen doe mee.

Hausaufgaben machen

Lernziele

Was lernt ihr diese Stunde?

• Je leert nieuwe Duitse woorden over het thema “Schule".

• Je leert de kloktijden in het Duits.

Je kent de kloktijden in het Duits.

😒🙁😐🙂😃