Wonder les 2: personages

Nederlands

Wonder van R.C. Palacio 
Les 2: Personages 


HAVO 1 P1 2019-2020
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands

Wonder van R.C. Palacio 
Les 2: Personages 


HAVO 1 P1 2019-2020

Slide 1 - Slide

Choose kind


Om Wonder is in Amerika niet voor niets een hoop te doen geweest. Er werd een grote actie tegen pesten op touw gezet (Choose Kind). 
Op de volgende slide zie je het filmpje dat gemaakt is voor deze actie. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Vorige les heb je geleerd ...
... wat de begrippen fictie, non-fictie, realistisch en niet-realistisch betekenen.
... hoe je kunt bepalen of een boek fictie of non-fictie is.
... hoe je kunt bepalen of een boek realistisch of niet-realistisch is. 

Wonder = fictie of non-fictie? 
Wonder = realistisch of niet-realistisch?
Wat was je conclusie in de vorige les?

Slide 4 - Slide

Aan het einde van deze les ...
... kun je de hoofdpersonen en de bijpersonen in een verhaal benoemen.
... kun je de medespelers en de figuranten in een verhaal benoemen.
... kun je het uiterlijk, de karaktereigenschappen en de kenmerken van een personage beschrijven.
... kun je de relaties tussen personages in een verhaal beschrijven.

Doel = Je kunt deze begrippen toepassen op Wonder. Dus:
  • Wie is de hoofdpersoon in Wonder?
  • Wie zijn de bijpersonen? Wie zijn de medespelers en de figuranten?
  • Hoe zien de personages eruit, welke kenmerken en karaktereigenschappen hebben ze?
  • Wat is de relatie tussen de personages?






Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Medespelers en figuranten
Bijfiguren kun je onderverdelen in medespelers en figuranten.

Medespelers
Medespelers spelen een rol in het verhaal, maar minder groot dan die van de hoofdpersoon.
Figuranten 
Figuranten komen enkel voorbij, worden enkel genoemd in het verhaal, maar spelen geen rol in het verhaal.
.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Hoe gaan we te werk?

Je doorloopt zelfstandig deze les. 

  1. Eerst maak je een aantal opdrachten waarin de stof van vorige les wordt herhaald.
  2. Daarna maak je een aantal opdrachten over de leerstof van deze les. 

Slide 10 - Slide

Aan de slag!

Log in bij LessonUp.
Ga naar: Wonder les 2
Maak de opdrachten in deze les.

Slide 11 - Slide

Herhaling: Non-fictie

Kijk nog eens goed naar de voorbeelden. Ze kunnen je helpen om de volgende vraag (op de volgende slide) te beantwoorden.

Slide 12 - Slide

Herhaling:

Fictie is ...
A
verzonnen
B
echt gebeurd

Slide 13 - Quiz

Herhaling: Realistische fictie

Herhaling: Niet-realistische fictie
Kijk nog eens goed naar de voorbeelden. Ze kunnen je helpen om de volgende vraag (op de volgende slide) te beantwoorden.

Slide 14 - Slide

Herhaling:

Realistisch is ...
A
lijkt op de werkelijkheid, kan echt gebeuren
B
lijkt niet op de werkelijkheid, kan niet echt gebeuren

Slide 15 - Quiz

Op de volgende slide zie je een 'personage'.
Beschrijf dit personage.
1. Hoe ziet hij eruit? 2. Welke kenmerken heeft hij? 3. Welke karaktereigenschappen heeft hij?

Slide 16 - Open question

Ken je dit personage niet (goed)? Kies dan zelf een ander personage.

Slide 17 - Slide

3. Hoe kun je de relatie tussen Spongebob en Sandy Wang beschrijven? Zie volgende slide.
(denk aan: familie, vrienden, vijanden, goede/slechte band, helpers/tegenstanders)

Slide 18 - Open question

Sandy Wang
Heb je voor een ander personage gekozen bij de vorige vragen? Kies dan bij deze vraag voor een persoon met wie dit personage een relatie heeft en beschrijf die relatie. 

Slide 19 - Slide

4. Hoe kun je de relatie tussen Spongebob en Eugene Krabs beschrijven? Zie volgende slide.
(denk aan: familie, vrienden, vijanden, goede/slechte band, helpers/tegenstanders)

Slide 20 - Open question

Heb je voor een ander personage gekozen bij de vorige vragen? Kies dan bij deze vraag voor een persoon met wie dit personage een relatie heeft en beschrijf die relatie. 
Eugene Krabs 

Slide 21 - Slide

5. Hoe kun je de relatie tussen Spongebob en Patrick Ster beschrijven? Zie volgende slide.
(denk aan: familie, vrienden, vijanden, goede/slechte band, helpers/tegenstanders)

Slide 22 - Open question

Heb je voor een ander personage gekozen bij de vorige vragen? Kies dan bij deze vraag voor een persoon met wie dit personage een relatie heeft en beschrijf die relatie. 
Patrick Ster

Slide 23 - Slide

Personages in Wonder

Op de volgende slides volgt een aantal vragen over de personages in Wonder.

Denk goed na over de antwoorden, want je kunt ze goed gebruiken voor de toets! 

Werk eventueel samen met je buur, zodat je kunt overleggen.

Slide 24 - Slide

Conclusie:
1. Wie is de hoofdpersoon in Wonder?
2. Hoe kun je hem/haar beschrijven (kenmerken, uiterlijk, karakter)?

Slide 25 - Open question

Conclusie:
3. Wie zijn de 5 belangrijkste bijfiguren (medespelers dus)?
4. Hoe kun je hen beschrijven (kenmerken, uiterlijk, karakter)? Beschrijf ze alle 5.

Slide 26 - Open question

Auggie en zijn relatie met de bijpersonen
Auggie wil zijn eigen uiterlijk niet beschrijven, maar Via doet dit op een gegeven moment wel.

Auggies uiterlijk heeft invloed op iedereen die hij tegenkomt. In het boek lees je hoe verschillende personen over Auggie denken en met hem omgaan. Gebruik dit gegeven om de volgende vragen te beantwoorden.

Slide 27 - Slide

Conclusie:
6. Hoe reageert Via op Auggie? Hoe denkt zij over hem en hoe gaat zij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Slide 28 - Open question

Conclusie:
7. Hoe reageert Jack op Auggie? Hoe denkt hij over hem en hoe gaat hij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Slide 29 - Open question

Conclusie:
8. Hoe reageert Julian op Auggie? Hoe denkt hij over hem en hoe gaat hij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Slide 30 - Open question

Conclusie:
9. Hoe reageert Summer op Auggie? Hoe denkt zij over hem en hoe gaat zij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Slide 31 - Open question

Conclusie:
10. Hoe reageren Auggies ouders op hem? Hoe denken zij over hem en hoe gaan zij met hem om? Hoe zou je hun relatie beschrijven?

Slide 32 - Open question

Conclusie:
11. Wie zijn de figuranten in het verhaal? Noem er 5.

Slide 33 - Open question