H2.2 Ravj (enkelvoudige rente)

Welkom
4 MAVO ||  2022-2023

Hoofdstuk 2 - Geld genoeg?
Exameneenheid Consumptie en Verrijkingsstof

1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
4 MAVO ||  2022-2023

Hoofdstuk 2 - Geld genoeg?
Exameneenheid Consumptie en Verrijkingsstof

Slide 1 - Slide

Programma
  • Herhaling
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Slide

Reserveren
  • geld apart leggen voor  toekomstige (meestal incidentele) uitgaven
  • Formule => Benodigd bedrag: aantal jaren = reserveren per jaar
  • Voorbeeld: Ik wil een nieuwe tv over drie jaar. Deze kost € 699. Hoeveel geld moet ik per maand reserveren?
  1. € 699 : 3 =  € 233 reserveren per jaar
  2. € 233 : 12 = € 19,42 reserveren per maand

Slide 3 - Slide

Sara wilt een auto kopen van 12.000 euro. Ze heeft nu 3.500 euro op haar spaar rekening. ze wilt de auto over 2 jaar kopen. Hoeveel moet ze per maand reserveren?

Slide 4 - Open question

Lesdoelen
Aan het einde van de les
Kun je benoemen welke redenen er zijn om te sparen
Kun je berekenen wat sparen aan rente oplevert
Kun je benoemen wat de voor- en nadelen van beleggen zijn

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Reserveren
  • geld apart leggen voor  toekomstige (meestal incidentele) uitgaven
  • Formule => Benodigd bedrag: aantal jaren = reserveren per jaar
  • Voorbeeld: Ik wil een nieuwe tv over drie jaar. Deze kost € 699. Hoeveel geld moet ik per maand reserveren?
  1. € 699 : 3 =  € 233 reserveren per jaar
  2. € 233 : 12 = € 19,42 reserveren per maand

Slide 7 - Slide

Sparen
een deel van je inkomen niet uitgeven
Iemand die spaart, besteedt pas later geld dat hij nu verdient.


Slide 8 - Slide

Noem 3 redenen om te sparen

Slide 9 - Open question

Spaarmotieven
Spaarmotieven: redenen om te sparen

  1. Voor een doel: bijvoorbeeld over twee jaar een scooter
  2. Uit voorzorg: bijvoorbeeld voor een wasmachine die kapot kan gaan
  3. Voor de rente


Slide 10 - Slide

Rente
Rente: beloning voor het sparen
Variabele rente: het rentepercentage kan veranderen.
De hoogte van het rentebedrag is afhankelijk van:
  • het rentepercentage
  • de hoogte van het spaarbedrag
  • de periode dat het geld op een spaarrekening staat


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Enkelvoudige rente

Slide 13 - Slide

Enkelvoudige rente
Enkelvoudige rente = rentepercentage x spaarbedrag x jaren
Voorbeeld
Je hebt € 2.500 op een spaardeposito met 3% rente. Je ontvangt aan rente:
  • na 1 jaar 3% van € 2.500 = 0,03 x € 2.500 x 1 = € 75
  • na 2 jaar 3% van € 2.500  = 0,03 x € 2.500 x 2 = € 150
  • na 1 maand 3% van € 2.500 =  0,03 x € 2.500 ÷ 12 = € 6,25
  • na 5 maanden 3% van € 2.500 = 0,03 x € 2.500 ÷ 12 x 5 = € 31,25


Slide 14 - Slide

Zoë heeft 2.500 euro gespaard. Ze laat dit 5 jaar op de bank staan tegen 2% enkelvoudige rente. Bereken haar spaartegoed over 5 jaar.

Slide 15 - Open question

Aan de slag
Maken H2.2 t/m opdracht 5
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken -> verder werken aan de paragraaf
Niet af? Huiswerk!


Slide 16 - Slide