Werken met een passer (voor invalles)

Werken met een passer

Volg de slides: 
kijk, luister en doe.

Je leert dan goed te werken met een passer. 

Heel veel succes!
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Werken met een passer

Volg de slides: 
kijk, luister en doe.

Je leert dan goed te werken met een passer. 

Heel veel succes!

Slide 1 - Slide

Wat heb je nodig?
  • passer 
  • geodriehoek of liniaal
  • tekenpotlood
  • kleurpotloden
  • wiskundeschrift
  • A4 of A3 tekenpapier 

Slide 2 - Slide

WAT GA JE LEREN? 
  • Ik kan met behulp van een passer een cirkel tekenen.
  • Ik kan met behulp van een passer een cirkel tekenen als ik de straal of diameter weet.
  • Ik kan de straal, diameter en het middelpunt in een cirkel tekenen.

Slide 3 - Slide

OPDRACHT 1

Op de volgende slides staan twee video's.
Zet de video af en toe even stil om zelf te oefenen. Totdat het je lukt om goede cirkels met een passer te tekenen. 

In het begin is het best lastig om met een passer een mooie cirkel te tekenen. Dus geef het de tijd en geef niet op. 



Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

OPDRACHT 2
a. Zet de metalen passerpunt in je papier.
b. Zet de potloodpunt 3 cm verder op, op het papier.
c. Teken nu een cirkel.
d. Meet de diameter van je cirkel op
Schrijf de volgende zin over in je schrift:
Als de passerbenen 3 cm uit elkaar staan, dan wordt de diameter .... cm lang.
  

Slide 7 - Slide

OPDRACHT 3
a. Zet de metalen passerpunt in je papier.
b. Zet de potloodpunt 4 cm verder op, op het papier.
c. Teken nu een cirkel.
d. Meet de diameter van je cirkel op
e. Schrijf de volgende zin over in je schrift:
Als de diameter van de cirkel 8 cm moet worden, dan zet ik de passerbenen ... cm uit elkaar.

  

Slide 8 - Slide

OPDRACHT 4
a. Zet de metalen passerpunt in je papier.
b. Zet de potloodpunt 5 cm verder op, op het papier.
c. Teken nu een cirkel.
d. Meet de diameter van je cirkel op
e. Schrijf de volgende zin over in je schrift:
Als de passerbenen 5 cm uit elkaar staan, dan wordt de diameter .... cm lang.


  

Slide 9 - Slide

OPDRACHT 5
a. Teken een cirkel met een straal van 
     2,5 cm.
b. Hoe veel centimeter is de diameter nu?
 
  

Slide 10 - Slide

OPDRACHT 6
a. Teken een vierkant met zijden van 4 cm in je schrift.
b. Zet de metalen punt in het midden van één van de zijde en de potloodpunt op een hoekpunt. Teken nu een halve cirkel. Als je het goed gedaan hebt, krijg je de figuur die je hiernaast ziet in je schrift.
c. Maak nu de figuur verder af zodat je figuur lijkt op het plaatje onderaan.




Slide 11 - Slide

OPDRACHT 7
Teken een cirkel met straal 3 cm. Teken daarin een "bloem" . Hoe je dat doet, zie je hiernaast stap voor stap.

Zet de metalen punt op de plek van de stip en de potloodpunt op de plek waar je wilt tekenen. 

Kleur de bloem in. 


 





Slide 12 - Slide

UITDAGING
In de volgende video wordt uitgelegd hoe je een levensbloem kunt tekenen.

Kun jij deze uitdaging aan?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video