H3: Woordenschat NN H4: pleonasme, tautologie

Woordenschat
Pleonasme en tautologie
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Woordenschat
Pleonasme en tautologie

Slide 1 - Slide

Doel


Je weet wat pleonasme en tautologie is


Je kunt bovenstaande stijlfiguren in een zin herkennen

Slide 2 - Slide

Uitleg
Pleonasme en tautologie
Kijk maar eens naar het volgende korte filmpje

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Tautologie
Je zegt hetzelfde met twee verschillende woorden van dezelfde woordsoort .
Je kan er dus één weglaten en dan is de zin correct.
maar en echter in één zin
misschien wellicht komen ze erachter.

Pleonasme
Twee verschillende woordsoorten overlappen elkaar, ze zijn niet beide nodig. --> kenmerk, zit al in het woord besloten. Maar 1 mogelijkheid.
De rode tomaat
De bitcoin is omlaag gekelderd.

Slide 5 - Slide

Pleonasme

Met een pleonasme zeg je twee keer hetzelfde met verschillende woorden.

Deze woorden behoren niet tot dezelfde woordsoort.

Een pleonasme gebruik je om een eigenschap van iets te benadrukken (grijs beton, witte schimmel, groen gras, dood lijk,  etc.).


Bijvoorbeeld:

Vorige week heeft hij zijn werk weer hervat ('weer' weglaten)

Het groene gras staat er weer mooi bij. (dubbelop)


Slide 6 - Slide

Voorbeelden pleonasme:
Groen gras
Ronde bal
Mondeling gesprek
Hoekig vierkant
Houten boomstam

Slide 7 - Slide

Veelvoorkomende uitdrukkingen, die eigenlijk pleonasmen zijn:


Grote reus
Gratis cadeau
Nog eens herhalen
Weer hervatten
Vieze stank

Slide 8 - Slide

Wanneer fout?
Een pleonasme kan gebruikt worden om zinnen aantrekkelijker te maken en om zaken te benadrukken. 
Denk bijvoorbeeld aan gedichten
In zakelijke teksten wordt een pleonasme als stijlfout gezien. 

Slide 9 - Slide

Tautologie

Met een tautologie zeg je twee keer hetzelfde met verschillende woorden. Deze woorden behoren tot dezelfde woordsoort.


Bijvoorbeeld:

Door de regen kon je de overkant haast bijna niet meer zien.

Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.

Slide 10 - Slide

Voorbeelden tautologie:
Veel voorkomende, geaccepteerde tautologieën:
never nooit (niet)
pracht en praal
vast en zeker
één en hetzelfde
leugens en bedrog
altijd en eeuwig

Slide 11 - Slide

Stijlfouten:
Vormen van pleonasme en tautologie kunnen gebruikt worden om iets te benadrukken, maar ze kunnen in sommige situaties ook als stijfout gezien worden.

Slide 12 - Slide

Tautologieën die vaak als fouten worden gezien:
Ik doe het zo, want dat doe ik immers altijd. (want en immers betekenen hetzelfde)
We wisten dit reeds weken al. (reeds en al betekenen hetzelfde)
Tot dusver hebben we dit niet eerder gezien. (tot dusver en niet eerder betekenen hetzelfde)
Ik ben te laat, maar daar kan ik echter niets aan doen. (maar en echter zijn beiden ontkenningen)

Slide 13 - Slide

De oude bejaarde ging op donderdag een gezellig potje klaverjassen.
A
Tautologie
B
Pleonasme

Slide 14 - Quiz

Wij hopen in staat te zijn u volgende week te kunnen halen.
A
Tautologie
B
Pleonasme

Slide 15 - Quiz

Met zo'n negatieve instelling en mentaliteit zal je niet overgaan.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 16 - Quiz

Ik teken een ronde cirkel op het blad.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 17 - Quiz

Bij zo'n operatie is er waarschijnlijk kans op mogelijke complicaties.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 18 - Quiz

Vorige week heeft hij zijn werk weer hervat
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 19 - Quiz

Misschien dat ze er wellicht nog achter komen.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 20 - Quiz

Het is een en al leugens en bedrog in die relatie van haar.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 21 - Quiz

Er is een laag verse witte sneeuw gevallen.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 22 - Quiz

De plakkerige kauwgom bleef aan mijn schoenzool kleven.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 23 - Quiz

Bij zo'n operatie is er een kans op mogelijke complicaties.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 24 - Quiz

Die eeneiige tweelingzusjes zijn uiterlijk identiek hetzelfde, maar hun karakter is zeer verschillend.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 25 - Quiz