Hoofdstuk 1: Nederland en Indonesië

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 3,4

Hoofdstuk 1

Nederland en Indonesië

1.1 van VOC tot cultuurstelsel

• VOC (opgericht in 1602) had een handelsmonopolie.
• NL staat nam koloniën over. Weer winstgevend worden.
• Cultuurstelsel werd bedacht. 
• Voordeel NL, nadelen Indiërs.

1. Boeren moesten beste grond afstaan.
2. Soms meer dan 1/5e deel afstaan.
3. Minder rijst verbouwen voor zichzelf --> hongersnood
4. Sommige regenten eisten belasting.
5. Geen geschikte grond? 66 dagen werken voor NL bestuur, vaak meer.

Hoe denkt de maker van de bron over het cultuurstelsel?

Noem 3 negatieve gevolgen die  het cultuurstelsel had voor de boeren op Java.

1.3 Nederland breidt zijn macht uit

• Kritiek op cultuurstelsel:
• Uitbuiting boeren (Multatuli) 
• Regering bepaald wat er verbouwd wordt (liberalen).
• 1870 -> einde cultuurstelsel, komst vrije ondernemers.
• Geen verbetering voor boeren. Komst koelies.
• Modern imperialisme in Europa.
• NL wilde meedoen --> oprichting KNIL
• KNIL moest gebieden veroveren en plantages beschermen.
• Hardst gevochten tijdens de Atjeh-oorlog (1873-1903).

Noem 2 redenen waarom het cultuurstelsel werd afgeschaft.

Noem twee doelen die het KNIL had.

1.4 Op weg naar onafhankelijkheid

• Begin 20e eeuw kritiek op bestuur NL-Indië.
• Moesten iets doen voor bevolking -> ethische politiek
• Bijv. Gezondheidszorg, landbouw, infrastructuur en onderwijs. -> onbedoeld gevolg: nationalisme 
• 1918 -> oprichting volksraad. Geen echte inspraak.
• Jan 1942 -> bezetting door Japan. 
• Indië alleen voor Indiërs, NL'ers geïnterneerd.
• Bezetting versterkte nationalisme --> Europeanen verslagen door Aziaten.

Waarom was de bevolking van Indonesië niet echt tevreden met de oprichting van de Volksraad?

Geef een omschrijving van ethische politiek.

Waarom versterkte de bezetting door Japan het gevoel van nationalisme?

1.6 Het Indonesisch-Nederlands conflict 1945-1948

• Soekarno roept onafhankelijkheid uit aan einde WO 2.
• NL start politionele acties. 
• Wel en niet succesvol. 
• Korte termijn: succesvol, gebieden veroverd.
• Lange termijn: niet succesvol, onder druk VS/VN stoppen.
• 27 december 1949 --> soevereiniteit getekend. 
• Molukkers hadden met NL meegevochten.
• Wilden een eigen republiek, kregen deze niet.
• Moesten naar Nederland, hoopten tijdelijk. 

Waarom zijn de politionele acties wel en niet succesvol?

Waarom waren de Molukkers niet blij met de Indische onafhankelijkheid?

Wat moet je kennen van hoofdstuk 1

• Begrippen --> gebruik je flashcards
• Jaartallen --> altijd een volgorde vraag.
• Personen
• Teksten uit je boek
• Oefen met examenopdrachten (blz. 25/26 in je werkboek).
• Vragen uit de kern kunnen beantwoorden (blz. 30 in je tekstboek).