This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Samenstelling:
Een woord dat gemaakt is van twee kleinere woorden.
fiets + bel = fietsbel.
Werkwoord:
Iets dat je kan doen.
fietsen
Kijk bij elk woord goed of er een werkwoord in verstopt zit.
Kies voor ja of nee.
Welk werkwoord zit er in de samenstelling verstopt?
Typ het werkwoord op je scherm.