Module 4 design en decoratie

1 / 42
next
Slide 1: Slide
BouwtechniekMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

De scooter van het eerste plaatje lijkt onder de lantaarnpaal grijs in plaats van blauw. Hoe kan dit.
A
Dit komt door de textuur van de scooter. Door de textuur kan het zijn dat in een ander lichtinval het een andere kleur heeft
B
Het materiaal van de scooter neemt het licht op. Ander kleur licht is dus een andere kleur van het materiaal
C
Door het gebruik van plaatmateriaal. ijzer veranderd sowieso snel van kleur
D
Door de hoek van waar je er naar kijkt

Slide 10 - Quiz

Waarom lijkt het schaap in de sneeuw niet wit.
A
Door het in nog witter sneeuw te zetten. Er is dus weinig contrast
B
Het schaap is niet wit maakt niet uit waar je hem ziet
C
Door zijn wol en de textuur hiervan neemt het veel schaduw op
D
Door het felle licht lijkt alles veel helderder en het contrast groter.

Slide 11 - Quiz

primaire kleuren
secundaire kleuren
Geel
Blauw
Cyaan
Magenta
Rood
Groen

Slide 12 - Drag question

Hoeveel kleuren kan je met de 3 primaire kleuren maken?
A
2000
B
8000
C
160000
D
Ontelbaar veel

Slide 13 - Quiz

Wat zijn de drie kleureigenschappen
A
Kleurtoon, vergrijzing, felheid
B
toonder, vergrijzing, helderheid
C
Kleurtoon, verzadiging en helderheid
D
Kleurtoon, vergrijzing, felheid

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Zet de juiste kleurtoon bij de juiste kleur
Rood
Oranje
Groen

Slide 20 - Drag question

Waarbij is de
verzadiging het
hoogst
A
Helemaal recht. Volledig rood
B
Linksboven. Meest gemengd met wit
C
Links onder het meest gemengd met zwart
D
Heel de linker kant

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

De laatste twee cijfers van ral cijfer geeft de tint aan. Wat is een kleurtint?
A
Zwart of wit
B
Mate van helderheid en verzadiging
C
De kleur zelf groen is heel veel tint en rood heel weinig
D
De mate dat hij is verzadigd

Slide 26 - Quiz

Wat voor kleurtoon is het ralnummer 7016
A
Geel
B
Groen
C
zwart of wit
D
Grijs

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Wat geeft het eerste deel van de NCS code aan
S050-G40Y
A
Het zwartdeel
B
Het wit deel
C
De kleurtoon
D
kleurtint

Slide 31 - Quiz

Wat geeft het laatste deel aan
G40
A
Toon
B
Verzadiging
C
tint
D
gaafheid

Slide 32 - Quiz

Wat geeft de Y aan op het eind
A
Toon namelijk Yellow
B
Tint
C
Helderheid
D
Verzadiging

Slide 33 - Quiz

Contrasten
Een contrast zijn twee kleuren die naast elkaar staan.
Deze twee kleuren zijn niet bijna hetzelfde maar zijn juist heel erg verschillend.
Er zijn verschillende contrasten
In de volgende pagina's staan verschillende contrasten

Slide 34 - Slide

Warm koud contrast

Slide 35 - Slide

Licht donker contrast

Slide 36 - Slide

Complementaire contrast

Slide 37 - Slide

Kwaliteits/ felheids contrast

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Sleep de tekst naar het juiste contrast
licht donker contrast
warm koud contrast
complementaire contrast
Zuiverheidscontrast

Slide 40 - Drag question

Trendy
qhique
Landelijk
Retro
modern
Klassiek

Slide 41 - Drag question

Apart, uitdagend, opvallend, Strakke vormen en drukte 
Natuurlijk, functioneel, no nonsens, echt en rust. Strakke vormen rustige kleuren
Interieurstijl van vroeger. Praktisch gebruiksvriendelijk en vrolijk
Warme pastel kleuren verweerd materiaal, romantische vormen en veel accessoires
Trendy
Retro
landelijk
qhique
modern
klassiek

Slide 42 - Drag question