This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Welkom
4 HAVO ECONOMIE || 2022-2023
Slide 1 - Slide
Programma
Herhaling H4 V&A
Aan de slag met oefentoets
Slide 2 - Slide
Wat is de vraag op de arbeidsmarkt?
A
Vacatures bij bedrijven en de overheid
B
Werkgelegenheid
C
Vacatures en bezette arbeidsplaatsen bij bedrijven en de overheid
D
Bezette arbeidsplaatsen bij bedrijven en de overheid
Slide 3 - Quiz
De werklozen zijn 310.000 De werknemers 7.500.000 Zelfstandigen 1.500.000 Vacatures 280.000 a. Bereken de vraag naar arbeid. b. Bereken het aanbod van arbeid. c. Bereken de werkgelegenheid.
Slide 4 - Open question
Factoren die de vraag naar arbeid beïnvloeden (LD 5)
Bedrijven breiden uit
Failliet gaan van bedrijven
Technische ontwikkelingen
Vrij verkeer van arbeid
Slide 5 - Slide
Hoe hoger het loon, hoe hoger de vraag naar arbeid.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Aanbod van arbeid (LD 6)
Hoe hoger het loon, hoe aantrekkelijker het beroep.
Demografische factoren
Slide 7 - Slide
Welk effect heeft het verhogen van de pensioen gerechtigde leeftijd op het aanbod van en de vraag naar arbeid?
Slide 8 - Open question
Wanneer is de arbeidsmarkt in evenwicht? Hoe zie je dit grafisch?
Slide 9 - Open question
Verschuiving op of van de lijn
Loon
Verschuiving op de lijn.
Een ander loon met een andere hoeveelheid.
Andere factoren
De aanbodlijn of vraaglijn verschuift naar links of rechts.
Slide 10 - Slide
De arbeidsmarkt vanuit theorie & in praktijk (doel 9)
Volkomen concurrentie: vraag, aanbod en loon makkelijk aan te passen. Er ontstaat evenwicht. --> marktwerking wordt beperkt door organisaties en vastgelegde afspraken.
Homogeen product
Vrije toetreding: opleidingsniveau vereist
Slide 11 - Slide
Waarom is arbeid niet homogeen?
Slide 12 - Open question
Werknemers
Mensen in loondienst
CAO (collectieve arbeidsovereenkomst)
Vakbonden (als werknemer kan je lid worden).
Per bedrijfstak
Vast contract
Verplicht verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid en werkloosheid.
Pensioenregeling
Flexibel
Slide 13 - Slide
Noem een voorbeeld van flexibel werk.
Slide 14 - Open question
Waarom worden werknemers die geen lid zijn van de vakbond meelifters genoemd?
Slide 15 - Open question
Leg uit waarom de flexibele arbeidsmarkt meer past bij de marktvorm volkomen concurrentie.
Slide 16 - Open question
Voordelen flexibele markt:
Werkgevers kunnen makkelijker de juiste mensen op de juiste plek krijgen.
Prikkels: Werkenden zullen beter presteren als ze beter beloond worden.
Nadelen flexibele markt:
Werkgevers zullen minder snel investeren in hun werknemers --> geen toekomst.
Veel kosten aan nieuwe werving, selectie en opleiding.
Zelfstandigen niet verplicht verzekerd tegen werkloosheid --> kan slecht zijn voor de economie.
Slide 17 - Slide
Wat is het gevolg van het feit dat zelfstandigen geen werkloosheidsverzekering hebben?
Slide 18 - Open question
Wat gebeurt er als er minder mensen lid worden van een vakbond?
Slide 19 - Open question
Als we kijken naar de arbeidsmarkt, wanneer is daar sprake van werkloosheid?
Slide 20 - Open question
Er is veel werkloosheid bij een
A
krappe arbeidsmarkt
B
ruime arbeidsmarkt
Slide 21 - Quiz
Wanneer is iemand werkloos?
A
Als je tussen de 15 jaar oud bent en pensioenleeftijd
B
Je geen baan hebt
C
Actief op zoek bent naar werk
D
Of...je moet aan alle punten voldoen (A / B en C), anders ben je niet werkloos.
Slide 22 - Quiz
Soepel ontslagrecht
Werknemers kunnen gemakkelijk worden ontslagen en kunnen ook gemakkelijker een baan krijgen. Werkgevers kunnen gemakkelijker van iemand afkomen als ze niet tevreden zijn.
Slide 23 - Slide
Leg uit dat werkgevers eerder een werkloze aannemer bij soepel ontslagrecht.
Slide 24 - Open question
Leg uit dat wat het gevolg is van een daling van de bestedingen op de werkloosheid.
Slide 25 - Open question
Leg uit hoe de overheid ervoor kan zorgen dat de werkloosheid daalt.
Slide 26 - Open question
Werkloosheid
Als de aanbod van arbeid groter is dan de vraag naar arbeid is er sprake van werkloosheid.
- Conjuncturele werkloosheid
- Structurele werkloosheid
Slide 27 - Slide
Conjuncturele werkloosheid
Door vraaguitval.
Lonen zijn niet flexibel --> loonstarheid.
Gemaakt afspraken
CAO
Onvrijwillige werkloosheid
Zonder CAO zijn de lonen flexibeler.
Slide 28 - Slide
Natuurlijke werkloosheid
Niet het gevolg van de op- en neergang van de economie.
Frictiewerkloosheid
Werkloos tijdens het zoekproces naar een baan.
Structurele werkloosheid
Veranderingen in de economie door technologische ontwikkelingen en verschuivingen tussen bedrijfssectoren.