week 2 poezie havo 2

1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Welk rijmschema
heeft dit gedicht?

Ga nooit weg zonder te groeten
ga nooit weg zonder een zoen
als je het noodlot zult ontmoeten
kun je het nooit meer doen
A
gepaard rijm
B
omarmend rijm
C
gekruist rijm
D
gebroken rijm

Slide 4 - Quiz

Welk rijmschema
heeft dit gedicht?
De zon schijnt warm op het strand
een zachte wind waait door mijn haren
ik kan hier al mijn zorgen sparen,
vakantie voelt als het beloofde land
A
gepaard rijm
B
omarmend rijm
C
gekruist rijm
D
gebroken rijm

Slide 5 - Quiz

Welke vorm van beeldspraak zie je in onderstaande zin?

Het digibord fluisterede jullie van allerlei wetenswaardigheden toen....
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 6 - Quiz

Welke vorm van beeldspraak zie je in onderstaande zin?

Die stratenmaker heeft handen als kolenschoppen.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie

Slide 7 - Quiz

Leg uit wat 'assonantie' is.
Geef ook een voorbeeld.

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide


Ik liep door het centrum van de stad waar ik al jaren woonde. 
Ik bedacht me dat ik honger had en ik ging naar de Mac.

Slide 12 - Slide

Hij liep door het centrum van de stad waar hij al jaren woonde. 
Hij bedacht zich dat hij honger had en hij ging naar de Mac.

Slide 13 - Slide

Hij liep door het centrum van de stad waar hij al jaren woonde. Hij bedacht zich dat hij honger had en hij ging naar de Mac. Hij wist niet dat hij daar zijn vriendinnetje zou ontmoeten met wie hij zeven jaar samen zou zijn.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Waar gaan de oefeningen van deze week over?
A
stiftgedicht en rijm
B
perspectief en beeldspraak
C
verbeelding en beeldspraak
D
perspectief en verbeelding

Slide 33 - Quiz

Hoeveel opdrachten moet je inleveren per week?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Slide