1A + 1E Nederlands 24 jan

Als je de les
binnenkomt:

Staat je camera aan? 
Staat je microfoon uit?
Heb je je boek, schrift en pen bij de hand?
Tijdens de les:
Handje op als je wat wil vragen
Wacht met praten tot ik je een beurt geef
Zorg dat je antwoordt, als ik je een beurt geef!

1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Als je de les
binnenkomt:

Staat je camera aan? 
Staat je microfoon uit?
Heb je je boek, schrift en pen bij de hand?
Tijdens de les:
Handje op als je wat wil vragen
Wacht met praten tot ik je een beurt geef
Zorg dat je antwoordt, als ik je een beurt geef!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag: POËZIE

Slide 2 - Slide

Poezie is eigenlijk gewoon een tekst. Je ziet veel witte regels, waardoor er veel nadruk ligt wat er wel gezegd wordt. Dansen is eigenlijk heel mooi wandelen. Poezie is eigenlijk heel mooi schrijven. En daar wil ik het nu over hebben.

Een dichter schrijft vaak iets anders dan wat hij bedoelt, en de rest mag je zelf invullen.

Hij let op klank, vorm en beeldspraak. 
Poezie hoeft geen gedicht te zijn maar ook een rap,  liedjes, versjes, rijmpjes, sinterklaasgedichten zijn. Poëzie is dus niet altijd alleen geschreven, maar wordt ook gezongen of gesproken en het hoeft niet altijd te rijmen.
-----------
In de open dag goodiebag zat een beschrijving voor het maken van een stripgedicht. 
De foto's van de gedichten kunnen ze later deze les delen.
Wat is poëzie? Waar kom je het tegen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Vandaag
Uitleg verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik
Zelf gedicht schrijven

Lesdoel: na deze les kan ik vertellen wat figuurlijk taalgebruik is en kan ik een 'Elfje" gedicht schrijven.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Poëzie
In poëzie probeert een dichter met taal iets te zeggen. 

Gedicht, rapsong

Een dichter gebruikt vaak figuurlijk taalgebruik

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Bedenk een voorbeeld van figuurlijk taalgebruik.

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

H2 uit jullie boek over GEDICHT

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Zelf een gedicht maken
Een ELFJE

Slide 10 - Slide

This item has no instructions



Het elfje is vooral populair omdat het een klein gedichtje is. Het is niet moeilijk om te maken!

En omdat het “verhaal” van het gedicht moet worden geschreven in 11 woorden. Daardoor moet er goed nagedacht worden over de tekst.

 



Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Elfje:
krokus
kom op
wees niet bang
kom maar te voorschijn
lentekriebels

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Elfje:
sneeuw
wit tapijt
op donkere aarde
mijn voeten maken vlekken
aanwezigheid


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Samengevat:

Een elfje is een gedicht van 11 woorden, verdeeld over 5 regels:
 
  • De eerste regel heeft 1 woord, 
  • De tweede regel heeft 2 woorden,
  • De derde regel heeft 3 woorden
  • De vierde regel heeft 4 woorden 
  • De vijfde regel heeft weer 1 woord en bevat meestal een samenvatting van het geheel..

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel woorden heeft de tweede regel van een elfje?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

De vijfde regel heeft weer 1 woord en bevat meestal een samenvatting van het geheel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

In een elfje mag je ook dingen als w8, gwn of u2 gebruiken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Het bedenken van een elfje stimuleert je creatieve denkvermogen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat ga je doen? Pak je schrift, en een pen

Je gaat een elfje maken:

De eerste regel heeft 1 woord, 
De tweede regel heeft 2 woorden,
De derde regel heeft 3 woorden
De vierde regel heeft 4 woorden 
De vijfde regel heeft weer 1 woord en bevat meestal een samenvatting van het geheel..

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Het stappenplan:

Stap 1: Neem een ding, dier of mens in je hoofd waarover het gedicht zal gaan. Kies een eigenschap dat hierbij past en schrijf dit in 1 woord op. Bijvoorbeeld de kleur, het karakter, de geur, de smaak etc.

Stap 2: Schrijf in 2 woorden bij wie of wat die eigenschap hoort.

Stap 3: Waar is het ding, dier of mens?

Stap 4: Stel een vraag over waar de eerste drie regels over gaan.

Stap 5: Wat zegt het, welk geluid maakt het?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Vul hier het gemaakte elfje in

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Hoe vond je het om een elfje te maken?
A
Leuk
B
Stom
C
Moeilijk
D
Makkelijk

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Beantwoordt de volgende vragen:
1. Wat is figuurlijk taalgebruik?
2. Hoe schrijf je een elfje?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Evaluatie

  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?
  • Morgen: neem je presentatie mee! Wie nog niet klaar is of nog moet beginnen, neem viltstiften of kleurpotloden mee. 
  • Woensdag en donderdag: presentaties.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions