Voorbereiding toets lezen DOOR Nederlands 2F BBL 2/3

RDO31 niv 2 + 3
  • communicatiedoelen:
  • informeren     

  • instrueren

  • uiteenzetten

  • beschouwen

  • overtuigen

  • activeren

  • amuseren


1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

RDO31 niv 2 + 3
  • communicatiedoelen:
  • informeren     

  • instrueren

  • uiteenzetten

  • beschouwen

  • overtuigen

  • activeren

  • amuseren


Slide 1 - Slide

Welke instructieve teksten zijn er op je stage of werk?

Slide 2 - Open question

RDO31 niv 2 + 3

  • onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte
  • doel, soort en vorm


Slide 3 - Slide

RDO31 niv 2 + 3

  • leesstrategieën 
  • Oriënterend lezen. 
  • Globaal lezen.  
  • Zoekend lezen
  • Intensief lezen.
  • Studerend lezen
  • Kritisch lezen.


Slide 4 - Slide

27-10-2022
Aan het eind van de les:
  • weet ik de functies van beeldtaal en schema's
  • kan ik de kenmerken van een instructieve tekst herkennen
  • weet ik het doel van een tekststructuur
  • kan ik alinea's en kernzinnen onderscheiden
  • weet ik de functie tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 5 - Slide

Beeldtaal en schema's
  • Beeld in teksten: verduidelijking/
    aantrekkelijker
  • Infographic
  • Schema's: helpen begrijpen
    belangrijke teksten

Slide 6 - Slide

Beeldtaal en schema's

Slide 7 - Slide

Instructie/ gebruiksaanwijzing
  • Kort en overzichtelijk
  • Weinig tekst, plaatjes maken duidelijk wat te doen
  • Taalgebruik past bij de doelgroep
Voorbeeld betaalpas activeren
  1. Log in op Mijn ING
  2. Selecteer de te activeren de Betaalpas en volg de stappen
  3. Bevestig de activatie met een code

Slide 8 - Slide

Tekststructuur
  • Delen van een tekst die bij elkaar horen staan bij elkaar.
  • Onderwerp en de hoofdvraag bepalen de structuur.
  • Oorzaak/ gevolgstructuur
  • Overeenkomst/ verschilstructuur
  • Probleem/ oplossingsstructuur
  • Verleden/nu/toekomststructuur
  • Voordeel/nadeel en vraag/antwoordstructuur

Slide 9 - Slide

Alinea's en kernzinnen
  • Alinea's witregel boven en onder of inspringen 
  • Inhoud hoort bij elkaar, deelonderwerp,
    (hetzelfde gedachte-eenheid)
  •  Kernzinnen: inhoudelijk belangrijkste zin van alinea (begin of eind)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Tekstverbanden en signaalwoorden 1
Tekstverband
Signaalwoorden
Tegenstelling
Maar, toch, echter, hoewel
Opsomming
En, bovendien, verder, ten eerste, ook, ten slotte, daarnaast, tevens
Samenvatting
kortom, al met al
Conclusie
dus, hieruit volgt, dan ook

Slide 12 - Slide

Tekstverbanden en signaalwoorden 2
Tekstverband
Signaalwoorden
Vergelijking
zoals, evenals, net zo, als
Toelichting/ uitleg
zo, zoals, bijvoorbeeld, ter illustratie, met andere woorden
Voorwaarde
als, indien, mits, tenzij, wanneer
Tijd/ chronologie
vroeger, nu, eerst, later, nadat, inmiddels, daarna, dan, tijdens

Slide 13 - Slide

Tekstverbanden en signaalwoorden 3
Tekstverband
Signaalwoorden
Oorzaak- gevolg
doordat, waardoor, daardoor, te danken/wijten aan, zodat
Reden- verklaring
omdat, daarom, want, namelijk, immers, aangezien
Doel- middel
om, daartoe, opdat, om te, met behulp van, door middel van

Slide 14 - Slide

Volgende keer
  • Herhaling van deze les
  • Maken van de zelftoets van 'lezen om je vakdeskundigheid te vergroten
  • Donderdag 10 november vaardigheidstoets 01. 2F
  • Succes!

Slide 15 - Slide

Maken
Thema:een leven lang leren (DOOR Nederlands)
'Lezen om je vakdeskundigheid te vergroten
Opdracht: 5.1 t/m 5.12 : de structuur van een tekst herkennen 
Theorie voor de toets: pagina 503 t/m 507 => tekststructuren, tekstverbanden, signaalwoorden

Slide 16 - Slide