1BKL_Thema 3| bs. 3 Planten

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Wat wordt er van jullie verwacht?

Doe je jas uit 

Pak je spullen op tafel 

Je telefoon weg 

Ga rustig zitten 

Planning 

Planning --> toetsweek

Uitleg bs. 3

(Huis)werk

3.3 Planten 1KB

Leerdoelen

3.3.6 Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van sporenplanten en zaadplanten.

Er zijn meer dan 390 000 soorten planten bekend. Zelfs in de woestijn groeien planten. Planten zijn de enige groep met bladgroenkorrels.

Ordening planten

Planten deel je in twee groepen op basis van de manier van voortplanten. 

Twee groepen:

• Zaadplanten
• Sporenplanten

Zaadplanten

Zaadplanten hebben bloemen.

vb. bomen, struiken, tulpen, zonnebloemen etc.

Voortplanting vindt plaats met zaden.

Sporenplanten

• Hebben wortels, stengels en bladeren maar geen bloemen.
  
  
• Planten zich (net zoals schimmels) voort door middel van sporen. 
  
  
• We verdelen sporenplanten weer verder in mossen en varens

Sporenhoopjes

Een varen is ook een sporenplant en is goed te herkennen aan de bladeren.

De sporen ontstaan in de sporenhoopjes aan de onderkant van de bladeren.

Sporendoosjes

Mossen

Mos plantjes groeien erg dicht bij elkaar en hebben "sporendoosjes" op steeltjes.

Een zaadplant heeft een kenmerk dat sporenplanten niet hebben:

1. wortels
2. stengels
3. bladeren
4. bloemen

Hoe planten mossen zich voort?

1. Zaden
2. Sporen
3. Bloemen
4. Vruchten

Wat zie je hier?

1. Dit is een varen en dit is een zaadplant
2. Dit is een varen en dit is een sporenplant
3. Dit is een gras en dit is een zaadplant
4. Dit is een gras en dit is een sporenplant

Sporenplant of zaadplant?

1. Zaadplant
2. Sporenplant

Huiswerk

Lees en maak bs. 3 Planten

Blz. 

Opdracht 1, 2, 3, 6