This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
H7.1 Geluid maken
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
Welkom
Voorkennis
leerdoelen
uitleg
Zelfstandig werken
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Voorkennis activeren
Welke geluiden heb je vandaag gehoord? Schrijf er vijf op.
Slide 3 - Slide
Leerdoelen 7.1 Geluid maken
• Je kunt voorbeelden van geluid-bronnen geven.
• Je kunt uitleggen hoe je met je stembanden geluid maakt.
• Je kunt uitleggen hoe geluid-bronnen geluid maken.
• Je kunt uitleggen waarvoor je een stemvork gebruikt.
• Je weet wat een klank-kast is.
Slide 4 - Slide
Geluid maken
In de natuur hoor je allerlei geluiden. Bijvoorbeeld de donder die rommelt, de zee die ruist en vogels die fluiten. Ook mensen maken geluid. Ze praten, zingen, schreeuwen en gebruiken dingen die geluid maken, zoals auto's en telefoons.
Slide 5 - Slide
Geluid-bronnen
Geluid hoor je bijna overal. Geluid kan hard of zacht zijn. Je kunt het mooi of storend vinden. Alles wat geluid maakt, noem je een geluid-bron. Veel geluid-bronnen zijn door mensen gemaakt. Denk maar aan muziek-instrumenten, machines en luidsprekers (afbeelding 1). Andere geluid-bronnen hoor je in de natuur (afbeelding 2).
Slide 6 - Slide
Je stem als geluid-bron
Met je mond kun je geluid maken. Zeg je de letter ssss, dan blaas je lucht langs je tong. Zeg je de letter ffff, dan blaas je lucht langs je lippen. Voor andere geluiden heb je je stembanden nodig.
Je stembanden zitten achter in je keel (afbeelding). Met je stembanden kun je klanken maken. Bijvoorbeeld aaa, eee en ooo.
Slide 7 - Slide
Je stem als geluid-bron
De stembanden gaan heel snel open en dicht als je geluid maakt. Dit kun je voelen, als je je hand tegen je keel houdt terwijl je rrrr zegt. Je voelt dan dat er in je keel iets trilt. Het zijn je stembanden die trillen. Door hierbij je mond en je tong te bewegen, kun je verschillende geluiden maken.
Slide 8 - Slide
Andere geluid-bronnen
Met je stem maak je geluid door je stembanden te laten trillen.
Ook andere geluid-bronnen maken geluid door trillingen.
Bijvoorbeeld:
– Bij een gitaar trillen de snaren (afbeelding 1).
– Bij een drumstel trilt het vel van de trommel (afbeelding 2).
Slide 9 - Slide
De stemvork
Bij muzieklessen gebruikt de leraar soms een stemvork (afbeeldingen). Een stemvork geeft altijd dezelfde toon. Daardoor kan de leraar de goede begin-toon aangeven. Een piano-stemmer gebruikt ook een stemvork. Die heeft hij nodig om een piano te stemmen.
Soms staat een stemvork op een klank-kast. Door een klank-kast wordt het geluid harder. Een gitaar heeft ook een klank-kast. Een trommel ook.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Zelfstandig werken
Lees je werkboek blz. 104 t/m 112.
Maak opgave 1 t/m 6
Klaar: Probeer vragen van proef 1 en 2 te beantwoorden. (huiswerk voor volgende les)