This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Bevolking en ruimte - SET herhaling 1
Slide 1 - Slide
Urbanisatie is....
A
De trek van de stad naar het platteland
B
De trek van de plattestad naar het land
C
De trek van het platteland naar de stad
D
De verhuizing van de mensen
Slide 2 - Quiz
Suburbanisatie is...
A
De trek van de stad naar het platteland
B
De trek van de plattestad naar het land
C
De trek van het platteland naar de stad
D
De verhuizing van de mensen
Slide 3 - Quiz
Drempelwaarde is...
A
De hoogte van een drempel
B
Minimaal aantal klanten dat nodig is om een zaak draaiend te houden
C
De afstand die klanten afleggen
D
Afname van het aantal jonge mensen in de bevolking
Slide 4 - Quiz
Welke woord past bij de volgende zin? Op de toegangswegen naar de stad staan de files. De overheid stimuleert daarom het wonen in de stad.
A
urbanisatie
B
seizoenarbeiders
C
suburbanisatie
D
gastarbeiders
Slide 5 - Quiz
Welke woord past bij de volgende zin?
Uitzendbureaus huren Polen om in Nederland asperges te steken.
A
urbanisatie
B
seizoenarbeiders
C
suburbanisatie
D
gastarbeiders
Slide 6 - Quiz
Welke woord past bij de volgende zin?
In de jaren 70 waren te weinig woningen in de stad. Gezinnen trokken daarom de stad uit.
A
urbanisatie
B
seizoenarbeiders
C
suburbanisatie
D
gastarbeiders
Slide 7 - Quiz
Welke woord past bij de volgende zin? De economie groeide zo hard in de jaren 60 dat er niet genoeg arbeidskrachten in NL beschikbaar waren.
A
urbanisatie
B
seizoenarbeiders
C
suburbanisatie
D
gastarbeiders
Slide 8 - Quiz
Plan van de gemeente over de inrichting van een bepaald gebied heet...
A
Bemestingsplan
B
Bestemmingsplan
C
Besmetingsplan
D
Beplantingsplan
Slide 9 - Quiz
Braindrain is
A
Drainage van de vochtige grond
B
Gebied waar het aantal inwoners daalt
C
De relatie tussen mensen in een wijk
D
Het vertrek van hoger opgeleide uit een gebied.
Slide 10 - Quiz
Hoe noem je de afstand die klanten willen afleggen voor een bepaalde dienst?
Slide 11 - Open question
In de snel groeiende Chinese stad nemen inkomensverschillen snel toe. In welke soort wijken wonen vaak de inwoners met een hoog inkomen?
In de snel groeiende Chinese stad nemen inkomensverschillen snel toe. In welke soort wijken wonen vaak de inwoners met een hoog inkomen?
In de snel groeiende Chinese stad nemen inkomensverschillen snel toe. In welke soort wijken wonen vaak de inwoners met een hoog inkomen?
In de snel groeiende Chinese stad nemen inkomensverschillen snel toe. In welke soort wijken wonen vaak de inwoners met een hoog inkomen?
In de snel groeiende Chinese stad nemen inkomensverschillen snel toe. In welke soort wijken wonen vaak de inwoners met een hoog inkomen?
In de snel groeiende Chinese stad nemen inkomensverschillen steeds toe. In welke soort wijken wonen vaak de inwoners met een hoog inkomen?
Slide 12 - Open question
Mensen verlaten de stad en gaan in de omgeving van de stad wonen.
A
Suburbanisatie
B
Drempelwaarde
C
Forensisme
D
Ruimtelijke ordening
Slide 13 - Quiz
In de zomer van 2014 kwam er een eind aan de problemen op de huizenmarkt. Er werden meer huizen verkocht en de prijzen gingen omhoog. Leg uit waarom de huizenmarkt als eerste verbetert in grote steden als Amsterdam, Groningen en Utrecht en pas daarna in kleine steden en op het platteland.
Slide 14 - Open question
Als de wegen verstopt raken, dan is er sprake van ....
Slide 15 - Open question
De oorzaak van het verdwijnen van voorzieningen kan zijn...
A
De drempelwaarde wordt niet gehaald.
B
De sociale controle neemt toe
C
De steden snel groeien
D
Het aantal ouderen neemt toe.
Slide 16 - Quiz
Welke drie provincies van Nederland zijn het meest ‘ontgroend’?
A
N Holland
Z Holland
Utrecht
B
N Holland
Gelderland
Drenthe
C
Groningen;
Zeeland;
Limburg.
D
Friesland
Utrecht
N Brabant
Slide 17 - Quiz
Het centrum en de andere stadsdelen staan min of meer los van elkaar. Elk stadsdeel heeft zijn eigen karakter en heeft basisvoorzieningen. Voor speciale voorzieningen gaan mensen naar het centrum. Welk groeimodel voor steden past het beste bij deze beschrijving?
Slide 18 - Open question
In China is er veel vraag naar arbeidskrachten in de stad. De Chinese overheid heeft het hukou-systeem versoepeld om het aantrekkelijker te maken voor migranten om in de stad te blijven wonen.
Hoe kan de Chinese overheid het hukou-systeem gebruiken om niet te veel en niet te weinig arbeiders in de stad te hebben?
Slide 19 - Open question
Een buurtactiviteit kan ervoor zorgen dat de leefbaarheid in de buurt verbetert. Welke gevolgen kan een buurtactiviteit hebben voor de buurt?
A
De integratie neemt toe.
B
De segregatie neemt toe.
C
De sociale ongelijkheid neemt toe.
D
De sociale cohesie neemt toe.
Slide 20 - Quiz
Verklaar waarom een winkel met baby-artikelen vlak na de hereniging van Duitsland zijn drempelwaarde in Leipzig niet meer haalde, maar nu juist wel weer. Geef eerst aan welke bevolkingsontwikkeling de stad heeft doorgemaakt en daarna het gevolg voor de winkel.
Slide 21 - Open question
I. Vanaf de jaren 90 komen steeds minder vluchtelingen naar Nederland en Duitsland. II. Momenteel is de instroom van gastarbeiders afgenomen en de instroom van seizoensarbeiders toegenomen.