Wet en regelgeving in sociaal werk
1 / 13
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat is:
Sociale zekerheid?
Sociale zekerheid?
A
De wettelijke maatregelen die zorgen voor financiële zekerheid van mensen .
B
Recht van de mensen op sociale contacten.
C
De zekerheid om sociaal net zo sterk te zijn als diegene op werk.
D
Recht op onderwijs
Slide 2 - Quiz
Hoe heet de privacywet in Nederland, waarmee je te maken krijgt wanneer je gegevens van een cliënt verzameld?
A
ABC
B
AVW
C
AWC
D
AVG
Slide 3 - Quiz
Voor wie geldt de jeugdwet?
A
Kinderen tot 12 jaar
B
Volwassenen tot 25 jaar
C
Jongeren tot 18 jaar
D
Ouderen boven 65 jaar
Slide 4 - Quiz
Wie kan aanspraak maken op bijstand?
A
Alleen werkenden
B
Mensen met schulden
C
Iedereen met een laag inkomen
D
Studenten zonder inkomen
Slide 5 - Quiz
Je buurman besluit om minder te gaan werken, hij verdient nu onder het sociale minimum. Heeft hij recht op een uitkering?
A
Ja, hij verdient minder dan het sociaal minimum.
B
Ja, iedereen heeft recht op een uitkering.
C
Nee, je hebt allen recht op een uitkering als je helemaal niet werkt.
D
Nee, hij kiest er zelf voor om minder te gaan werken.
Slide 6 - Quiz
Wat is een vonnis?
A
Rechterlijke uitspraak
B
Juridisch document
C
Beslissing van de rechtbank
D
Verzoekschrift van de advocaat
Slide 7 - Quiz
Wat beslist een rechter in een zaak?
A
De uitkomst van het geschil
B
De rol van de politie
C
De wetgeving
D
De strafmaat
Slide 8 - Quiz
Wie heeft de Universele Verklaring van de Mensenrechten opgesteld?
A
De Europese Unie
B
De NAVO
C
De Wereldbank
D
De Verenigde Naties
Slide 9 - Quiz
Wie kan asiel aanvragen?
A
Iemand die vlucht voor vervolging.
B
Alle studenten in het buitenland.
C
Iedereen met een geldig paspoort.
D
Enkel EU-burgers.
Slide 10 - Quiz
Wat betekent WMO?
A
Wet mobiliteit en ouderenzorg
B
Wet maatschappelijke ondersteuning
C
Wet medische orders
D
Wet maatschappelijke organisatie
Slide 11 - Quiz
Wie kan WMO-hulp aanvragen?
A
Alleen ouderen
B
Iedereen met zorgbehoefte
C
Alleen jongeren
D
Alleen gehandicapten
Slide 12 - Quiz
Wat is een PGB?
A
Persoonlijke financiële bijdrage
B
Persoonsgebonden budget
C
Persoonsgebonden garantie
D
Persoonlijk zorgbudget
