Afbreekregels

1 / 6
next
Slide 1: Video
SpellingBasisschoolGroep 7

This lesson contains 6 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Welk woord is niet goed afgebroken?
(of niet goed in lettergrepen verdeeld)
A
van-mid-dag
B
Deurs-topper
C
stem-pe-len
D
pa-pie-ren

Slide 2 - Quiz

Welk woord is niet goed afgebroken?
(of niet goed in lettergrepen verdeeld)
A
te-le-foon
B
voer-tuig-en
C
om-ge-ving
D
verkeers-borden

Slide 3 - Quiz

Hoe kan je het woord: makkelijk - afbreken?

Slide 4 - Open question

Hoe kan je het woord: ingewikkeld - afbreken?

Slide 5 - Open question

Als een woord niet meer op de regel past kan je dit woord afbreken. Dit kan op de volgende plekken:
  • Tussen lettergrepen
  • Tussen de delen van een samenstelling
  • Na een voorvoegsel en voor een achtervoegsel
  • Let op de volgende zaken:
  • De ng en nk worden in het midden afgebroken
  • De ch blijft één geheel
  • Er mag niet één letter overblijven
  • De trema, apostrof en dubbele klinker zijn bij afbreken niet meer nodig: baby'tje wordt baby-tje, ruïne wordt ru-ine, colaatje wordt cola-tje.
In het woordenboek kan je zien waar woorden mogen worden afgebroken.
Als een woord niet meer op de regel past kan je dit woord afbreken. Dit kan op de volgende plekken:
  • Tussen lettergrepen
  • Tussen de delen van een samenstelling
  • Na een voorvoegsel en voor een achtervoegsel
  • Let op de volgende zaken:
  • De ng en nk worden in het midden afgebroken
  • De ch blijft één geheel
  • Er mag niet één letter overblijven
  • De trema, apostrof en dubbele klinker zijn bij afbreken niet meer nodig: baby'tje wordt baby-tje, ruïne wordt ru-ine, colaatje wordt cola-tje.
In het woordenboek kan je zien waar woorden mogen worden afgebroken.
Oefenen op gynzy bij spelling: 

Slide 6 - Slide