What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2 v herhaling lesstof ch. 5 objectif santé
Ch. 5 Objectif santé
Grammaire:
De ontkenning
Een vraag stellen
Vocabulaire
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Ch. 5 Objectif santé
Grammaire:
De ontkenning
Een vraag stellen
Vocabulaire
Slide 1 - Slide
Ontkenningen in het NL zijn: niet, nooit, niets, niet meer, nog niet.
Welke Franse ontkenningen ken je?
Slide 2 - Open question
Op welke plek staat de ontkenning in de Franse zin?
Slide 3 - Open question
Maak ontkennend:
Tu aimes la pizza (niet meer)
Slide 4 - Open question
Maak ontkennend:
C'est cher (niet)
Slide 5 - Open question
Maak ontkennend:
Je parle anglais (nooit)
Slide 6 - Open question
Maak ontkennend:
Je vais au restaurant (nog niet)
Slide 7 - Open question
Maak ontkennend:
Je peux manger (niets)
Slide 8 - Open question
Fais une phrase négative:
je/ depuis deux jour/ ai/ n'/ de fièvre/plus
Slide 9 - Open question
Mets les mots dans le bon ordre:
pas/cousins/ Gabriel/et/ ne/ Timéo/sont/
Slide 10 - Open question
Les questions
- Vraagteken achter gewone zin (stem omhoog einde zin)
- "Est-ce que" + gewone zin
- Vraag met vraagwoord: aan het begin of einde van de zin.
Slide 11 - Slide
Welke Franse vraagwoorden ken je?
Slide 12 - Open question
Maak de zin vragend op 2 maniers (gebruik een keer de inversie):
Tu es malade.
Slide 13 - Open question
Maak de zin vragend, gebruik
'est-ce que':
Vous faites du sport.
Slide 14 - Open question
Kies de juiste vraag:
Je vais au collège.
A
Tu vas quand ?
B
Tu vas où ?
C
Tu vas comment ?
Slide 15 - Quiz
Kies de juiste vraag:
Nous rentrons aujourd'hui.
A
Vous rentrez quand?
B
Vous rentrez comment?
C
Vous rentrez combien ?
Slide 16 - Quiz
Kies de juiste vraag:
J'ai mal à la tête.
A
Pourquoi tu as ?
B
Quand tu as ?
C
Qu'est-ce que tu as ?
Slide 17 - Quiz
Avoir mal...
Nu volgen er een paar zinnen die je gaat vertalen naar het Frans.
Slide 18 - Slide
Vertaal naar het Frans:
Hij heeft buikpijn.
Slide 19 - Open question
Vertaal naar het Frans:
Wij hebben pijn in de oren.
Slide 20 - Open question
Vertaal naar het Frans:
Zij heeft pijn in haar hand.
Slide 21 - Open question
Vertaal naar het Frans:
Jij hebt keelpijn.
Slide 22 - Open question
Qui est l'intrus? les potes-les endroits- les amis - les copains
A
les potes
B
les copains
C
les endroits
D
les amis
Slide 23 - Quiz
Qui est l'intrus? être en forme - faire du sport- fatigué- se rélaxer
Slide 24 - Open question
Décris minimum 5 activités avec le verbe "faire"
exemple: faire du basket
Slide 25 - Open question
vertaal: naar bed te gaan
Slide 26 - Open question
Slide 27 - Slide
More lessons like this
herhaling lesstof ch. 5 objectif santé lj 2
April 2021
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
herhaling lesstof ch. 5 objectif santé lj 2
April 2021
- Lesson with
21 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
AH2 herhaling lesstof ch. 5 objectif santé lj 2
March 2022
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
herhaling lesstof ch. 5 objectif santé lj 2
May 2022
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
herhaling lesstof objectif santé lj 2
May 2022
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
herhaling lesstof objectif santé lj 2
March 2024
- Lesson with
33 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
les 10
December 2019
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Herhaling chapitre 5
April 2024
- Lesson with
41 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2