Leefomstandigheden van arbeiders tijdens de industriële revolutie

1.2 Leefomstandigheden van arbeiders tijdens de industriële revolutie
1 / 15
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1.2 Leefomstandigheden van arbeiders tijdens de industriële revolutie

Slide 1 - Slide

Lesdoelen-> ik kan
de werk- en leefomstandigheden van arbeiders beschrijven.
de werk- en leefomstandigheden van de gegoede burgerij beschrijven.
 een belangrijk economisch idee en een belangrijk politiek idee noemen van liberalen in de 19e eeuw.

Slide 2 - Slide

Hoe waren de leef- en werkomstandigheden van de meeste ongeschoolde arbeiders in de 19de eeuw?
A
Waren ok, net zoals vandaag de dag.
B
Ze leefden in luxe, net zoals de fabrieksbazen.
C
Ze leefden net zoals de middenklasse, middenstanders e.d.
D
Waren zeer beroerd, ze woonden veelal in slechte woningen en het werk was zwaar en slecht betaald.

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Link

Exitticket
Kun je de lesdoelen nu beantwoorden?
Ik kan de werk- en leefomstandigheden van arbeiders beschrijven.
Ik kan de werk- en leefomstandigheden van de gegoede burgerij beschrijven.
Ik kan een belangrijk economisch idee en een belangrijk politiek idee noemen van liberalen in de 19e eeuw.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

1.3 Arbeiders gaan samenwerken

Slide 7 - Slide

Lesdoelen vandaag
1. Ik kan beschrijven wat verschillende groepen deden om arbeiders en armen te helpen.
2. Ik kan uitleggen wat socialisten wilden veranderen aan de samenleving en hoe ze dat wilden doen. 
3. Ik kan uitleggen hoe sociale wetten de situatie van arbeiders verbeterden.

Slide 8 - Slide

Van wie kregen de arbeiders hulp bij hun eerste levensbehoeften in de 19de eeuw?
A
Liberalen
B
De overheid
C
Fabrieksbazen
D
Socialisten/communisten

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Maak een schema over liberalen en socialisten in je schrift:

1. Welke idealen hebben ze vooral?
2. Wie zijn de doelgroep/aanhangers?
3. Wie zijn de leiders van die groepen van toen?
4. Welke liberale en socialistische politieke partijen zijn er nu? 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Exit: Zoek de antwoorden op de leerdoelen op in de leertekst en schrijf ze op in je schrift
1. Ik kan beschrijven wat verschillende groepen deden om arbeiders en armen te helpen.
2. Ik kan uitleggen wat socialisten wilden veranderen aan de samenleving en hoe ze dat wilden doen.
3. Ik kan uitleggen hoe sociale wetten de situatie van arbeiders verbeterden.

Slide 14 - Slide

Huiswerk voor 25/10
- Lees heel par. 1.3 en 1.4 door in je Memo-boek
- Bekijk de clip via https://www.youtube.com/watch?v=7hFGoRuNdCg&list=PL_0Ie64bfqYfOk_GFTlU3Ms6qaCxAGFoG&index=5
- Beantwoord de lesdoelen van 1.3 in je schrift
- Maak uit je Memo-boek de opdrachten 2 t/m 10 van par. 3

Slide 15 - Slide