- Politieke partijen verboden, behalve de NSB.
- Propaganda = reclame voor bepaalde politieke ideeën.
- Alleen kranten en radio die gunstig berichtten over de nazi’s mochten blijven bestaan.
- Avondklok.
- Veel spullen werden schaars.
- Nederlandse mannen moesten vanaf 1943 naar Duitsland om te werken.
- Veel schade aan gebouwen en infrastructuur.