Economisch bekeken - H4.4 Wintersportbeurs - K

4.4 De wintersportbeurs (K)
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

4.4 De wintersportbeurs (K)

Slide 1 - Slide

Terugblik

Slide 2 - Slide

  • Ik kan een lijndiagram maken.
  • Ik kan gegevens opzoeken in een lijndiagram.
  • Ik kan een lijndiagram aflezen en aangeven wat het betekent.

Paragraaf 4.3 Het lijndiagram

Slide 3 - Slide

4.4 De wintersportbeurs (K)

Slide 4 - Slide

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • uitleggen wat de invloed is van vraag naar en aanbod van product en prijs.
Wat gaan we leren?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Veiling

Slide 7 - Slide

Vandaag is er een mooi veilingartikel dat alleen via dit veilinghuis te koop is.

Je mag het kopen als:
  • je budget (je geld) het toelaat.
  • je interesse hebt, dus bereid bent
     om te kopen.
Spelregels

Slide 8 - Slide

  • Aanbod is de hoeveelheid
      producten die winkels en
      bedrijven samen willen verkopen.
  • Aanbod wordt beïnvloed door: 
      prijs van het product, grootte van
      het bedrijf,  kennis, ervaring, etc.

Wat is het aanbod?

Slide 9 - Slide

  • Vraag is de hoeveelheid van een
      product die de consument samen
      wil kopen.
  • Vraag wordt beïnvloed door:
      Smaak, inkomen, reclame, trends,
      etc.)
Wat is de vraag?

Slide 10 - Slide

Alle vraag en aanbod bij elkaar noemen we de markt

Voorbeeld
Alle vraag (mensen die brood willen) en aanbod (bedrijven die brood verkopen) van brood bij elkaar noemen we de markt voor brood.

Wat verstaan we onder de Markt?

Slide 11 - Slide

VRAAG
  1. Wat gebeurt er met de prijs van een product als heel veel mensen het willen hebben, maar er maar weinig van het product beschikbaar is?

  2. Wat gebeurt er met de prijs van een product als heel weinig mensen het willen hebben, maar er veel producten van zijn?

Slide 12 - Slide

Vraag en aanbod zijn niet altijd hetzelfde

Als de vraag op een dag groter is dan het aanbod, dan gaat de prijs omhoog. Aanbieders verkopen hun producten dan toch wel.



Vraag groter dan aanbod

Slide 13 - Slide

Vraag en aanbod zijn niet altijd hetzelfde. Aanbod kan ook groter zijn dan de vraag.

Dan krijgen verkopers niet alle producten verkocht. Wat zullen verkopers dan met de prijs doen?
Aanbod groter dan vraag

Slide 14 - Slide

Vraag naar producten ⬇️ = prijs ⬇️



Vraag naar producten ⬆️ = prijs ⬆️



Aanbod van producten ⬇️ = prijs ⬆️



Aanbod van producten ⬆️ = prijs ⬇️
Wat zijn de gevolgen voor de prijs?

Slide 15 - Slide

Voorbeelden van prijsstijging

Slide 16 - Slide

OPDRACHTEN
  • Maak de introductievragen (opdracht 1 t/m 5) op pagina 116 en 117 individueel!
  • Klaar? Ga dan aan de slag met het huiswerk. Dat zijn opgave 6 t/m 11 op bladzijde 118 en 119.




  • Alles wat je hier doet, hoef je thuis minder te doen!



timer
15:00

Slide 17 - Slide

Als de vraag naar producten daalt, dan stijgt / daalt de prijs..


Als de vraag naar producten stijgt dan stijgt / daalt de  prijs. 


Als het aanbod van producten daalt dan stijgt / daalt de prijs.



Als het aanbod van producten stijgt, dan stijgt / daalt de prijs.
Terugblik les

Slide 18 - Slide

Huiswerk voor de volgende les:
  • Maken opgaven 1 t/m van hoofdstuk 4.4 de wintersportbeurs op bladzijde 116 t/m 119.

Huiswerk

Slide 19 - Slide

Bedankt en succes vandaag!

Slide 20 - Slide