ONA les 3 - Je eigenschappen kennen

Even herhalen...

ONA
1 / 11
next
Slide 1: Slide
LOBMBOStudiejaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Even herhalen...

ONA

Slide 1 - Slide

realistisch beroepsbeeld
  • de taken                                                      = wat je moet doen
  • de werkomstandigheden                   = de situatie op je werk (de plaats,                                                                          de tijden, de kleding, de machines, enz.)
  • de eisen                                                       = wat je moet hebben, kunnen, weten
  • de persoonlijke omstandigheden   = de situatie thuis (waar je woont,                                                                                  je gezondheid, kinderen, enz.)

Slide 2 - Slide

Wat betekent realistisch?
A
iets dat echt kan
B
iets dat niet echt kan

Slide 3 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een taak?
A
Je hebt een rijbewijs.
B
Je maakt de tafels schoon.
C
Je kan goed Nederlands spreken.

Slide 4 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een werkomstandigheid?
A
De verkoper ruimt de kleding op.
B
De chauffeur werkt soms in het weekend.
C
De chauffeur moet een rijbewijs hebben.
D
De schoonmaker heeft veel stress.

Slide 5 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een eis?
2 antwoorden zijn goed
A
Je moet ouder dan 18 jaar zijn.
B
Je werkt in een team.
C
Je werkt in een winkel.
D
Je hebt een diploma.

Slide 6 - Quiz

Wat is een voorbeeld van persoonlijke omstandigheid?


A
Je werkt parttime.
B
Je hebt twee kleine kinderen.
C
Je werkt graag buiten.
D
Je bent altijd op tijd

Slide 7 - Quiz

LES 3

competenties en eigenschappen


  • Kunnen
  • Weten
  • Zijn
  • Willen

Dit ben ik!

Slide 8 - Slide

Motivatie
Kennis
Competenties
Eigenschappen
willen
weten / kennen
kunnen
zijn

Slide 9 - Slide

OPDRACHT

Vul het werkblad in.


  1. Kies 5 eigenschappen uit die bij jou passen
  2. Kies 5 competenties die bij jou passen

Slide 10 - Slide

Woordenschat
Maak de opdracht op het werkblad.



Opdracht 1         WOORDENSCHAT



  1. Schrijf de woorden bij de juiste zin.



gemotiveerd
– uitleggen - proactief – doorzettingsvermogen – samenwerken – stressbestendig
– initiatief nemen – flexibel – zelfstandig – ondernemend – communicatief





  1. Is het woord een competentie of een eigenschap?
    Zet een rondje om het goede antwoord.

     










 


·        
Amel wacht niet tot haar collega vraagt of ze
iets wil doen. Ze ziet zelf welk werk er gedaan moet worden. Ze
kan_________________________ .


 


COMPETENTIE
/ EIGENSCHAP


 


 
  
 



Slide 11 - Slide