GT Procenten en factor

Welkom bij wiskunde! 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom bij wiskunde! 

Slide 1 - Slide

Programma van de les
Terugblik hoofdstuk 4
Test jezelf hoofdstuk 4
Even 5 minuten wat voor jezelf doen
Uitleg mavo opdrachten
Aan de slag met je huiswerk

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les...

- Kun je een percentage omzetten in een decimaal getal
- kun je rekenen met een factor


Slide 3 - Slide

Theorie
We weten al dat percentage per 100 betekent. 
Je kunt een percentage dus ook opschrijven als een breuk

28% =          = 0,28

Dus 28 % van €197 =>  0,28 x €197 = € 55,16
Dat decimaal getal, noem je ook wel een factor
10028

Slide 4 - Slide

paragraaf 4.5
Als je prijsverhoging hebt van 17 % , dan kun je de nieuwe prijs dus uitrekenen met zo'n factor. 

De nieuwe prijs is totaal 117 % (100% + 17%) =>       

Als de originele prijs € 45,-  was, dan wordt de nieuwe prijs:
€45,- x 1,17 = € 52,65
100117=1,17

Slide 5 - Slide

paragraaf 4.5
Als je korting krijgt, gaat dat op dezelfde manier. Als je een korting krijgt van 15 %, dan is de nieuwe prijs dus 85% van het origineel (100 %- 15 %= 85 %) 

Als de originele prijs €59,99 was, dan is de nieuwe prijs nu:
€59,99 x 0,85 = € 50,99

10085=0,85

Slide 6 - Slide

Volgend jaar stijgen de prijzen van benzine met 12 procent. Wat is de factor?
A
1,12
B
0,112
C
112
D
1,012

Slide 7 - Quiz

Met welke factor kan ik de oude prijs vermenigvuldigen als er van de oude prijs 25 procent korting afgaat
A
0,25
B
1,25
C
-0,25
D
0,75

Slide 8 - Quiz

De korting wordt berekend met de factor 0,70. Hoeveel procent korting krijg je dan?
A
30 % korting
B
70 % korting
C
7 % korting
D
weet ik niet

Slide 9 - Quiz

Hoeveel procent komt erbij als je met de factor 1,35 vermenigvuldigt?
A
65%
B
0,35 %
C
35 %
D
0, 65 %

Slide 10 - Quiz

wat is de factor?
A
0,3
B
1,3
C
0,7
D
1,7

Slide 11 - Quiz

Hoeveel procent komt erbij of gaat eraf met een factor van 0,93?
A
93% erbij
B
93% eraf
C
7% erbij
D
7% eraf

Slide 12 - Quiz

Aan de slag met je huiswerk


Let op!
Sluit de les niet af!
- Test jezelf hoofstuk 4 blz. 148+149
- Mavo-opdrachten: 2,3,4,5 blz. 156 en 157

Volgende les gaan wij een oefen proefwerk maken. Bekijk de leerstof van hoofdstuk 1 en 4 goed en wanneer je nog vragen hebt, stuur die naar mij op via Teams.  

Slide 13 - Slide

 Zelfstandig aan het werk


  • Nakijken / maken: 4.2
  • Maken: 4.5 opdracht 33 tot en met 41 blz. 148, 149, 150


Let op!
Sluit de les niet af!
timer
10:00

Slide 14 - Slide

Lesafsluiting
Bepaalde producten worden 34 % duurder. 
Welke factor kan ik gebruiken om de nieuwe prijs uit te rekenen?

Slide 15 - Slide

Einde les.
Bedankt en tot de volgende keer!

Slide 16 - Slide