Introductieles opdracht 2 ruzie DISK

Introductie en doel van de les 
ruzie

Dit hoofdstuk gaat over ruzie

Aan het eind van de les ken je de betekenis van nieuwe woorden en kun je zinnen maken met die woorden.
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Introductie en doel van de les 
ruzie

Dit hoofdstuk gaat over ruzie

Aan het eind van de les ken je de betekenis van nieuwe woorden en kun je zinnen maken met die woorden.

Slide 1 - Slide

Uitleg van nieuwe woorden 
1.  Lees het woord
2.  Lees de betekenis(sen)
3.  Lees de voorbeeldzin(nen)
4.  Bekijk de plaatjes

Slide 2 - Slide

goedmaken
vrede sluiten
Als je ruzie maakt, moet je het later weer goedmaken.

Slide 3 - Slide

allebei
beide / de genoemde twee
Sam en Ali hebben allebei een 10 gehaald voor het proefwerk.

Slide 4 - Slide

verstandig
goed doordacht / slim om te doen
Het is niet verstandig om te gaan roken.

Slide 5 - Slide

accepteren
ermee akkoord gaan / aannemen
Ik accepteer niet dat jij je telefoon gebruikt tijdens de les.
De dief accepteert zijn straf.
Dat mooie cadeau kan ik niet accepteren.

Slide 6 - Slide

de volgorde
de manier waarop ze op elkaar volgen
Doen we eerst Nieuwsbegrip en dan grammatica? Wat is de volgorde?
                                       Hij zet de namen in alfabetische volgorde.
                                                 De poppetjes staan in volgorde van 
       groot naar klein.


Slide 7 - Slide

ermee
akkoord
gaan
beide /
de genoemde
twee
vrede
sluiten
slim om
te doen
de manier
waarop ze
op elkaar
volgen
accep-teren
goed-maken
de volgorde
allebei
verstandig

Slide 8 - Drag question

Maak een zin met het woord
"verstandig".

Slide 9 - Open question

Wat hoort NIET bij "de volgorde"?
A
Van jong naar oud
B
Van klein naar groot
C
Van huis naar school
D
Van laag naar hoog

Slide 10 - Quiz

Maak een zin met het woord
"accepteren".

Slide 11 - Open question

Wat hoort NIET bij "goedmaken"?
A
een ruzie oplossen
B
weer vrienden worden
C
weer samenwerken
D
een huis bouwen

Slide 12 - Quiz

Maak een zin met
"allebei".

Slide 13 - Open question

schreeuwen
hard roepen
Je hoeft niet zo te schreeuwen. Ik ben niet doof!

Slide 14 - Slide

ernstig
zonder grapjes / wat erge gevolgen kan hebben                       
Toen ze over de oorlog vertelde, keek ze heel ernstig.                        
                      
                                        Mijn vriend heeft een ernstig ongeluk gehad.        Hij ligt nu in het ziekenhuis.   

Slide 15 - Slide

gemeen
met de bedoeling om iemand te benadelen
Het is heel gemeen dat je haar uitlacht.                
Roddelen is gemeen.                                                                        
In het kasteel woonde een gemene tovenaar.                                          

Slide 16 - Slide

anoniem
zonder naam
De enquête is anoniem. Niemand weet wat jij invult.
We kregen een anoniem dreigement.

Slide 17 - Slide

los
niet of niet stevig vast
Mijn veter zit los.                                                                            


                                                                       
                                          De hond van de buren loopt los door de tuin.

Slide 18 - Slide

zonder
naam
niet of
niet stevig
vast
hard
roepen
zonder
grapjes
met de
bedoeling
om iemand
te benadelen
los
ernstig
gemeen
anoniem
schreeuwen

Slide 19 - Drag question

Maak een zin met
"schreeuwen".

Slide 20 - Open question

Welke zin is NIET goed?
A
Hij is ernstig ziek.
B
Hij vertelde een ernstige grap.
C
Hij heeft een ernstig ongeluk gehad.
D
Hij keek ernstig naar zijn zieke moeder.

Slide 21 - Quiz

Maak een zin met
"los".

Slide 22 - Open question

Welk woord hoort NIET bij
"gemeen"?
A
afspreken
B
pijn doen
C
roddelen
D
pesten

Slide 23 - Quiz

Wat betekent "anoniem"?
A
zonder voornaam
B
zonder achternaam
C
zonder naam
D
zonder handtekening

Slide 24 - Quiz

Maak oefening 2,  
op bladzijde 59 
van je boek.

Werk samen!!!

Ben je klaar? Maak 
dan oefening 6, 7 en 8
op bladzijde 62, 63 en
64.

Slide 25 - Slide