Les 4 en 5 Betoog en beschouwing - schrijfvaardigheid - van mond tot kont

1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat weet je nog van vorige week?

Slide 4 - Mind map

Wat is een betoog?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Welke vragen heb je nog over het onderdeel betoog?

Slide 9 - Open question

Opdracht:
Schrijf een betoog bij de volgende stelling:
''Al het OV moet gratis worden in Nederland voor iedereen''.

Ga op zoek/bedenk argumenten voor en tegen jouw standpunt, deze verwerk je in het betoog.

Tijd: tot het einde van de les

Slide 10 - Slide

Einde van de les

Slide 11 - Slide

Welkom :)

Slide 12 - Slide

Deze les
- Herhaling betoog
- Introductie beschouwing
- Oefenen met een beschouwing

Slide 13 - Slide

Wat is een betoog?
A
Een informatieve tekst
B
Een overtuigende tekst
C
Een overhalende tekst
D
Een amuserende tekst

Slide 14 - Quiz

Wat is een argument?

Slide 15 - Open question

Een standpunt is een...
A
Mening
B
Feit
C
Argument
D
Weet ik niet

Slide 16 - Quiz

Een weerlegging is hetzelfde als een argument
A
Waar, want het gaat beide over het standpunt
B
Niet waar, het is hetzelfde als het standpunt
C
Waar, het zijn allebei argumenten voor het standpunt
D
Niet waar, bij een weerlegging haal je het tegenargument neer.

Slide 17 - Quiz

Wat weet je over een beschouwing?

Slide 18 - Mind map

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Welke vragen over dit onderwerp zijn er?

Slide 22 - Open question

Opdracht
- Maak van het schrijfschema op de volgende pagina een beschouwing. Je kan alle informatie uit het schrijfschema gebruiken, je maakt er nu een goed lopend verhaal van.

Minimaal aantal woorden: 250 woorden

Tijd: 25 minuten

Slide 23 - Slide

timer
25:00

Slide 24 - Slide

Hoe ging het maken van de beschouwing?
A
Ik was nog niet klaar
B
Het ging goed
C
Het ging niet goed
D
Het ging mwah

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide