Exercice 24a
Réponse type:
1 (Wie) Deze tekst gaat over Clément en zijn familie.
2 (Wat) Clément en zijn familie reizen door Frankrijk.
3 (Waar) Clément en zijn familie maken hun reis in Frankrijk. Ze bezoeken Lille, Parijs, Bretagne, de Dordogne, Biarritz en Chamonix (in de Alpen).
4 (Hoe) Clément en zijn familie reizen in een camper.
Exercice 24b
Het gezin van Clément bestaat uit /vijf / personen: /zijn vader, zijn moeder, een broer, een zus en Clément zelf/. Clément is /de jongste/ van het stel. De /eerste stad/ van hun reis is /Lyon/. Daarna gaan ze naar /Parijs/. In /Parijs/ wonen de /oom en tante/ van Clément.
Stap /drie/ van hun reis is /Bretagne/. Clément /houdt niet/ van de specialiteit van /Bretagne/. Daarna volgt het /sportieve/ deel van hun reis. /De hele familie/ is dol op sport. De reis eindigt /aan de kust/, in /Chamonix/.
Exercice 24c
Réponse type:
1 De middelste: Clément is 12 jaar, zijn zusje is 11 en zijn broer is 16 jaar.
2 Lille
3 Grootouders
4 Wel: hij zegt dat crêpes verrukkelijk zijn.
5 Clément is dol op sport: zijn zusje heeft een hekel aan surfen.
6 In de bergen (de Alpen).