MMA3 - THEMA 5 - BS 1+2 - Zenuwstelsel

Thema 5
Regeling
Neem je boeken voor
1 / 45
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Thema 5
Regeling
Neem je boeken voor

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Even voorstellen:
Mevrouw van de Vondervoort

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Deze les
- Afspraken
- Beoordeling thema 5
- Uitleg basisstof 1 van thema 5
- Maken opdrachten basisstof 1
- Mini quiz (LessonUp)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Afspraken derde klassen biologie
Je krijgt aan het einde van het schooljaar een cijfer voor werkhouding.
 

Per les:
Boeken niet mee: aftrekpunt
Werkhouding onvoldoende: aftrekpunt (klieren, op telefoon, luid zijn of niet aan het werk zijn)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Thema 5 Regeling
B1 Het zenuwstelsel
B2 Zenuwcellen en zenuwen
B3 Het ruggenmerg
B4 De hersenen
B5 De weg die impulsen afleggen
B6 Het hormoonstelsel
B7 De hypofyse en de schildklier
B8 De eilandjes van Langerhans en de bijnieren

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel

Ik kan de delen en functies van het zenuwstelsel noemen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hersenen en ruggenmerg = centraal zenuwstelsel

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Hoe zitten je hersenen in elkaar?

Hersenen bestaan uit drie delen:


- grote hersenen

- kleine hersenen

- hersenstam

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Verschillende prikkels
Zintuigen zetten prikkels 
om in impulsen. 

Een impuls is een elektrisch stroompje door een zenuw

impulsen gaan door het zenuwstelsel


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Prikkels en impulsen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
In de les:
Maken opdrachten 1 t/m 5 / basisstof 1
Overleggen mag (zachte stem / fluister)

Klaar? Kijk na met nakijkboek 
Gedaan? Je mag iets voor jezelf doen

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Waaruit bestaat het zenuwstelsel?
A
Zenuwen
B
Zenuwen en hersenen
C
Zenuwen en ruggenmerg
D
Zenuwen en centrale zenuwstelsel

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Waaruit bestaat het centrale zenuwstelsel?
A
Zenuwen, hersenen, hersenstam, ruggenmerg
B
Grote hersenen, kleine hersenen, hersenstam, ruggenmerg
C
Hersenen, hersenstam, ruggenmerg
D
Hersenstam en ruggenmerg

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn de functies van het zenuwstelsel?
A
Impulsen verwerken en regeling van spieren en klieren
B
Impulsen verwerken
C
Regeling van spieren en klieren
D
Prikkels verwerken

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Een impuls:
A
Wordt opgevangen door je zintuigen
B
Is een elektrisch signaal
C
Gaat van je hersenen naar je spieren/klieren
D
Gaat van je zintuigen naar je hersenen

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Laatste vraag: wat zijn voorbeelden van prikkels?
A
Geur
B
Licht
C
Honger
D
Aanraking

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Neem je boeken voor

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Deze les
- Herhaling vorige les
- Uitleg basisstof 2 van thema 5
- Maken opdrachten basisstof 2
- Quiz

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Vorige les:

Ik kan de delen en functies van het zenuwstelsel noemen.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

Van 1:10 tot 2:40
Hersenen en ruggenmerg = centraal zenuwstelsel

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Verschillende prikkels
Zintuigen zetten prikkels 
om in impulsen. 

Een impuls is een elektrisch stroompje door een zenuw

impulsen gaan door het zenuwstelsel


Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Thema 5 Regeling
B1 Het zenuwstelsel
B2 Zenuwcellen en zenuwen
B3 Het ruggenmerg
B4 De hersenen
B5 De weg die impulsen afleggen
B6 Het hormoonstelsel
B7 De hypofyse en de schildklier
B8 De eilandjes van Langerhans en de bijnieren

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Basisstof 2 

- Ik kan de delen van een zenuwcel benoemen.
- Ik kan drie typen zenuwcellen noemen met hun functies en kenmerken.
- Ik kan omschrijven wat een zenuw is en ik kan drie zenuwen noemen.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Drie typen zenuwcellen
  • Gevoelszenuwcellen
  • Bewegingszenuwcellen
  • Schakelcellen 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Gevoelszenuwcel
  • Geleiden impulsen van zintuigen naar het centrale zenuwstelsel
  • De cellichamen liggen vlakbij het centrale zenuwstelsel
  • Eén lange en een korte uitloper

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Bewegingszenuwcel
  • Geleiden impulsen van het centrale zenuwstelsel naar spieren of klieren
  • De cellichamen liggen IN het centrale zenuwstelsel
  • Eén lange uitloper die impulsen van het cellichaam af geleidt

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Schakelcellen
  • Geleiden impulsen binnen het centrale zenuwstelsel
  • Verbinden met elkaar en met de uitlopers van de andere zenuwcellen
  • Liggen helemaal in het centrale zenuwstelsel 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Zenuwen
  • Om een zenuw ligt bindweefsel ter bescherming
  • Gevoelszenuw:  uitlopers van gevoelszenuwcellen
  • Bewegingszenuw: uitlopers van beweginszenuwcellen
  • Gemengde zenuw: uitlopers van gevoels- en bewegingszenuwcellen (komt het meeste voor) 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
In de les:
Maken t/m opdracht 13
Overleggen mag (zachte stem / fluister)

Klaar? Kijk na met nakijkboek 
Gedaan? Je mag iets voor jezelf doen

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Een gevoelszenuwcel geleidt impulsen:
A
Van zintuigen naar centrale zenuwstelsel
B
Binnen het centrale zenuwstelsel
C
Van centrale zenuwstelsel naar spieren
D
Van zintuigen naar spieren

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Het cellichaam van een gevoelszenuwcel ligt:
A
Vlakbij de zintuigen
B
Vlakbij het centrale zenuwstelsel
C
In het centrale zenuwstelsel

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Een gevoelszenuwcel heeft:
A
1 lange uitloper
B
Meerdere korte uitlopers
C
1 korte en 1 lange uitloper
D
2 lange uitlopers

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Een bewegingszenuwcel geleidt impulsen:
A
Van zintuigen naar centrale zenuwstelsel
B
Binnen het centrale zenuwstelsel
C
Van centrale zenuwstelsel naar spieren
D
Van zintuigen naar spieren

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Het cellichaam van een bewegingszenuwcel ligt:
A
Vlakbij de zintuigen
B
Vlakbij het centrale zenuwstelsel
C
In het centrale zenuwstelsel

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Een bewegingszenuwcel heeft:
A
1 lange uitloper
B
Meerdere korte uitlopers
C
1 korte en 1 lange uitloper
D
2 lange uitlopers

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Een schakelcel geleidt impulsen:
A
Van zintuigen naar centrale zenuwstelsel
B
Binnen het centrale zenuwstelsel
C
Van centrale zenuwstelsel naar spieren
D
Van zintuigen naar spieren

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Het cellichaam én uitlopers van een schakelcel liggen:
A
Vlakbij de zintuigen
B
Vlakbij het centrale zenuwstelsel
C
In het centrale zenuwstelsel

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions

Een schakelcel heeft:
A
1 lange uitloper
B
Meerdere korte uitlopers
C
1 korte en 1 lange uitloper
D
2 lange uitlopers

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

Een gemengde zenuw heeft uitlopers van:
A
Gevoelszenuwcellen en bewegingszenuwcellen
B
Gevoelszenuwcellen en schakelcellen
C
Bewegingszenuwcellen en schakelcellen

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Einde van de les
Ruim je spullen op, je mag iets voor jezelf doen. 
Blijf op je plaats zitten tot de bel gaat. 

Huiswerk volgende week woensdag: t/m opdracht 13 (niet af = na  schooltijd bij mij afmaken)

Slide 45 - Slide

This item has no instructions