Les 2 - Hoe lees je poëzie?

Poëzie les 2
- Hoe steekt de reader bij deze lessenreeks in elkaar?
- Hoe lees je poëzie?
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Poëzie les 2
- Hoe steekt de reader bij deze lessenreeks in elkaar?
- Hoe lees je poëzie?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Reader 
- Op papier uitgedeeld op school; lezen van papier is het handigst. Kwijt? Reader staat in de ELO, maar het is een monsterlijk bestand en je krijgt nekpijn als je je hoofd er steeds een kwartslag voor moet draaien.
- De reader bevat theorie, die je vanaf de volgende les in stukjes gaat leren als huiswerk. Daarnaast bevat de reader materiaal voor tijdens de lessen (op volgorde van de lessen).

Slide 3 - Slide

Op welke vraag wil jij vandaag antwoord krijgen?
A
Waarom kan een gedicht niet alles betekenen?
B
Waar moet je beginnen met het lezen van poëzie?
C
Hoe herken je een slecht gedicht?
D
Hoe moet ik wegwijs worden in vage poëzie?

Slide 4 - Quiz

Ga op zoek:
  •  Ga op zoek naar een fysieke dichtbundel of naar gedichten in boeken.
  • In de klas? Ren naar de mediatheek óf zoek online naar een mooi gedicht 
timer
4:00

Slide 5 - Slide

Stuur een foto in van je gevonden gedicht(en):

Slide 6 - Open question

Olijven moet je leren lezen
Hoofdstuk 2
"Hoe weten we dat poëzie iets voor ons is?"

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Je gaat zo twee dingen doen
1. Opdracht bij een stukje van Ellen Deckwitz. 
Antwoorden goed bewaren, maakt deel uit van je portfolio.
2. De rest van de lestijd lees je in de dichtbundel die je gevonden hebt aan het begin van de les en zoek je mooie zinnen. "Gewoon, hup, bloemlezing of bundel openslaan, zacht potlood erbij en strepen maar."
Aan het eind van de les vraag ik naar een gevonden mooie zin.

Slide 11 - Slide

Opdracht
1. Lees het stukje van Ellen Deckwitz dat je moet lezen (zie onder).
2. Geef in een Wordbestand/blaadje het antwoord op deze twee vragen:
       a. Vat samen wat Ellen Deckwitz in haar stukje zegt.
       b. Geef je mening over wat ze schrijft. Heeft ze je overtuigd               van haar ideeën over poëzie? Waarom wel/niet?
3. Klaar? Ga de rest van de les op zoek naar mooie zinnen in de dichtbundel die je aan het begin van de les gevonden hebt. Was er echt geen bundel in huis? Lees gedichten op deze website.

Had je gekozen voor...
A. Waarom kan een gedicht niet alles betekenen? Lees de reader blz. 11-13
B. Waar moet je beginnen met het lezen van poëzie? Lees de reader blz. 14-16
C. Hoe herken je een Slecht Gedicht? Lees de reader blz. 17-19
D. Hoe moet ik wegwijs worden in vage poëzie? Lees de reader blz. 8-10

Slide 12 - Slide

Huiswerk voor de volgende les

Leer voor de volgende poëzieles theorie I en II. Dat zijn negen begrippen (dat kun je aan!): ik test aan het begin van de volgende les hoe goed je die begrippen kent. 

Slide 13 - Slide

Maak een foto van je blaadje/Wordbestand waarin je al je antwoorden hebt staan, is alles gelukt?

Slide 14 - Open question